Het thema digitaal burgerschap krijgt steeds meer aandacht in het onderwijs en wordt steeds meer een vanzelfsprekend onderdeel dat helpt bij het voorbereiden op leven, leren en werken.

Op Europees niveau is een Engelstalig handboek verschenen met materiaal voor leraren en ouders. In Nederland doet het ontwikkelteam Digitale Geletterdheid van curricuclum.nu een voorstel om digitaal burgerschap te integreren in bestaande vakken en opleidingen. 

In de praktijk komt het al voor dat leraren aandacht geven aan het thema, bijvoorbeeld door het te integreren in het vak Nederlands. Het vak biedt veel kansen om aan de slag te gaan met burgerschap en digitale geletterdheid.

Begrenzing in de (digitale) wereld

Matijs Lips, docent Nederlands op het Nassau college en onlangs uitgeroepen tot de beste leraar Nederlands 2018, integreert het thema digitaal burgerschap al in zijn lessen. Hij maakt zijn eigen lesprogramma’s waarin lezen, literatuur, schrijven, spreken en luisteren centraal staan. Dit doet hij door de actualiteit de klas binnen te halen en leerlingen uitdagende taalprojecten aan te bieden waar zij worden geprikkeld om hun eigen (taal)grenzen op te zoeken en te verleggen.

Leerling op laptop
Het thema digitaal burgerschap krijgt steeds meer aandacht in het onderwijs en wordt steeds meer een vanzelfsprekend onderdeel dat helpt bij het voorbereiden op leven, leren en werken. © I-stock

“De grote taak van het onderwijs in deze tijd is leerlingen helpen een volwassen burger te worden”, zegt Lips. “Dit betekent dat zij weten wie ze zijn, hoe zij zich gedragen en hoe zij moeten handelen in welke omgeving, zowel online als offline. Het is belangrijk dat leerlingen op een volwassen manier met hun vrijheid omgaan. Zij moeten niet alleen hun eigen verlangens en wensen centraal zetten, maar ook begrenzing ervaren.”

Lips doet dit door digitale bronnen en actuele thema’s te kiezen die aansluiten bij de belevingswereld van zijn leerlingen. Hij heeft daarbij ook aandacht voor begrenzing in de online wereld. Lips: “Ook bij sociale media gaat het over zoeken naar je eigen grenzen. Wat is de juiste houding en wat zijn mijn waarden? Wanneer en hoe bespreek je dit, en welke taal spreek je?”

Digitaal burgerschap in het mbo

Erna van Koeven, hogeschoolhoofddocent en onderzoeker aan Windesheim, ziet dat digitaal burgerschap in het mbo ook een plek kan krijgen in het vak Nederlands. Daarover schrijft zij de handleiding ‘Burgerschap-Nederlands-Lezen één vak’, die later dit jaar beschikbaar is.

“Op elke mbo-opleiding is het verplicht om aandacht te besteden aan de verschillende burgerschapsdimensies: de politiek-juridische dimensie, de economische dimensie, de sociaal-maatschappelijke dimensie en de dimensie vitaal burgerschap”, vertelt Van Koeven.

“Daarnaast is het verplicht om in te gaan op de ontwikkeling van kritische denkvaardigheden en mensenrechten. Dit kan bij Nederlands een mooie plek krijgen. Lezen en burgerschap raken elkaar. Door te lezen ga je nadenken over jezelf en leer je levens van anderen kennen, zowel in de fysieke als digitale wereld.”

2 actuele thema’s in de handleiding zijn Verzet en Over de Grenzen. Van Koeven zoekt voortdurend de koppeling met de digitale context, zowel door het (digitaal) zoeken als het uitwerken van de informatie in een presentatie of portfolio. Onderwerpen als sexting en digitaal pesten komen bijvoorbeeld aan de orde bij de sociaal-maatschappelijke dimensie.

Maatschappelijke thema’s

Ook Lips heeft in zijn lessen aandacht voor sexting, online pesten en nepnieuws. Maar ook onderwerpen als nep-accounts, agressief gedrag en het ongewenst filmen van een rare challenge komen aan de orde. “Sommige leerlingen krijgen daarmee te maken. Hoe ga je daarmee om in de klas?”

“Als leraar Nederlands houd ik deze maatschappelijke thema’s tegen het licht”, zegt hij. “Ik wil leerlingen prikkelen om na te denken. Bijvoorbeeld door leerlingen zelf nepnieuws te laten maken via de website www.slechtnieuws.nl en ze te laten zien hoe het hun volgers beïnvloedt.

“Net zoals in het verkeer moeten leerlingen zich ook op internet weten te gedragen en de gevaren kennen. Ik wil leerlingen wapenen tegen online verleidingen. Hoe zit die verleiding in elkaar? Dat hangt samen met taalgebruik. Welke taal gebruiken de online verleiders om jou bepaalde handelingen te laten verrichten? Laat de leerling daarover nadenken, stel ze vragen, observeer en kijk goed.”

Meer informatie

Deel deze pagina: Digitaal burgerschap en Nederlands: ‘Lezen en burgerschap raken elkaar’

Delen
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • E-mail