Digitale geletterdheid is belangrijk. Naar verwachting krijgt Nederland in 2021 een nieuw curriculum waar digitale geletterdheid een vast onderdeel van is. Maar hoe is digitale geletterdheid in andere landen geregeld, bijvoorbeeld in Frankrijk? Wat kan Nederland hiervan leren?
Centraal in het Franse onderwijssysteem staat het Ministère de Éducationnationale. Dit is de grootste werkgever van Frankrijk en regelt het onderwijs van ruim vijftien miljoen leerlingen: van kleuterschool tot universiteit.
Uitvoering van wetten, regels en ideeën wordt overgelaten aan regionale departementen waar de scholen onder vallen. Lokale scholen worden op deze manier centraal aangestuurd, maar ze varen regelmatig een eigen koers.
In Frankrijk is digitale geletterdheid ingebed in het schoolsysteem. Dit systeem is zeer gecentraliseerd en daardoor lastig te vergelijken met het Nederlandse schoolsysteem. Ons onderwijssysteem staat een grotere autonomie van scholen en schoolorganisaties toe.
Digitale geletterdheid
De digitale kloof – dit is het verschil tussen diegenen die kunnen profiteren van digitale technologie en zij die dit niet kunnen – was voor het Franse ministerie van Onderwijs reden om in december 2012 ‘digitale geletterdheid’ uit te roepen tot een van de speerpunten. Dit werd bij wet geregeld in juli 2013.
Education aux médias et à l’information – de Franse vertaling van digitale geletterdheid – is in Frankrijk een interdisciplinair vak. Sinds 2015 wordt dit op verschillende niveaus en in verschillende jaren gegeven:
Op basisschoolniveau en vooral in de onderbouw van de middelbare school.
In de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, bedoeld voor leerlingen van 15-18 jaar, is er geen apart vak digitale geletterdheid meer. Kennis en vaardigheden van digitale geletterdheid worden bij de taal- en letterenvakken en het vak maatschappijleer/burgerschap onderwezen.
Ook in het landbouwonderwijs is plek ingeruimd voor digitale geletterdheid. Het is geen apart vak, maar de lesstof wordt behandeld door de leraar mediathecaris en de leraar sociaal-culturele educatie.
Doel van digitale geletterdheid in Frankrijk
In Frankrijk staat digitale geletterdheid voor het leren kritisch en zelfbewust omgaan met media, informatie en communicatie en deze te begrijpen en zo goed mogelijk te gebruiken.
Digitale geletterdheid in Frankrijk is nog erg gericht op teksten en documenten. De laatste jaren is er meer aandacht voor televisie, video, internet en sociale media.
De sporen van het oude bibliotheek/documentalistenvak zijn nog overal te zien. Zo is de coördinatie en uitwerking van het vak digitale geletterdheid bijna altijd in handen van de mediatheek in de scholen. Dit zal ook de reden zijn dat computational thinking en programmeren pas zo laat voet aan de grond krijgen binnen het onderwijs. Vaak wordt dit bij andere vakken gegeven, zoals bij wiskunde, natuurkunde en aardrijkskunde.
Computational thinking heeft meer raakvlakken natuurwetenschappen – en met name met wiskunde en natuurkunde – en minder met het letterenonderwijs.
Een ander doel van digitale geletterdheid is het tegengaan van (moslim)radicalisme; dit is een probleem waar Frankrijk veel mee te maken heeft. Radicalisme, nepnieuws en complottheorieën worden binnen digitale geletterdheid aan elkaar gekoppeld. Het idee hierachter is dat jongeren die gemakkelijk in complotten geloven, en niet kritisch naar nieuwsbronnen en uitingen op sociale media kijken, sneller ontsporen.
Zo zou het verbieden en censureren van allerlei sites minder goed helpen dan het vergroten van het kritische mediabewustzijn door middel van onderwijs in digitale geletterdheid. Vandaar dat er allerlei lessen en lesbrieven gemaakt zijn die deze vorm van kritisch nieuws- en informatieonderzoek ondersteunen.
Digitale geletterdheid en de traditie van kritisch denken
Frankrijk is de bakermat van het kritisch denken. Die reputatie dankt het land aan filosofen als Michel de Montaigne, Voltaire, René Descartes, en in de vorige eeuw Jean Paul Sartre en Michel Foucault. Het onderwijzen van kritisch denkvermogen dringt in de 21e eeuw niet echt goed door, zo valt op te maken uit ons onderzoek.
Door de lessen in digitale geletterdheid proberen het Clemi (het Franse Kennisnet) en de scholen een iets andere denkcultuur te introduceren. Daarin is het van belang dat leerlingen verkregen informatie kritisch onderzoeken en beoordelen. Leerlingen worden uitgedaagd er wél een eigen mening op na te houden, los van school- en groepsdenken.
Wat kan Nederland van Frankrijk leren?
In heel veel opzichten worstelt Frankrijk met digitale geletterdheid in het onderwijs. Het land loopt internationaal niet voorop. Toch zijn er Franse lessen te trekken:
Bouw voort op tradities. Frankrijk heeft een traditie in kritisch denken. Denk aan De Montaigne, Diderot en Rousseau. In Frankrijk wordt nagedacht over hoe digitale geletterdheid op die traditie kan aansluiten. De les die u als Nederlandse school kunt trekken: op welke sterke tradities kan uw school bouwen? Hoe kan digitale geletterdheid daarin op logische wijze worden geïntegreerd?
Beeldgeletterdheid is voor de Fransen een belangrijk onderdeel van digitale geletterdheid. Dat verdient navolging in Nederland.
In Frankrijk wordt gewerkt met regionale coördinatoren die de scholen in de regio’s ondersteunen en stimuleren op het gebied van digitale geletterdheid. Nu heeft Frankrijk ook regionale departementen waar de verschillende scholen onder vallen. Dat neemt niet weg dat voor de implementatie in het Nederlandse onderwijs – vanaf 2021, als het nieuwe curriculum vastligt – regionale coördinatoren uitkomst kunnen bieden. Ze kunnen een spil zijn in een ondersteuningsnetwerk voor scholen om leerlingen en leraren om digitaal vaardig te worden.
Digitale geletterdheid in het buitenland
Meer lezen over digitale geletterdheid in Frankrijk? Lees de publicatie ‘Digitale geletterdheid in Frankrijk’ onderaan deze webpagina.
Digitale geletterdheid is belangrijk. Naar verwachting krijgt Nederland in 2021 een nieuw curriculum waar digitale geletterdheid een vast onderdeel van is. Maar hoe is digitale geletterdheid in andere landen geregeld, bijvoorbeeld in Frankrijk? Wat kan Nederland hiervan leren?