Zwart-wit denken is mens-eigen. Man versus vrouw, vreemd tegenover eigen, christen versus moslim, jong tegenover oud, Amsterdam tegenover Rotterdam, autochtoon versus allochtoon. Denken in tegenstellingen is iets van alle tijden.
Volgens Brandsma, sociaal en politiek filosoof, is het oplossen van die tegenstellingen een stuk complexer geworden. De invloed van internet en sociale media op meningsvorming is groot. Terwijl het in de huidige (digitale) samenleving juist van groot belang is dat we naar elkaar luisteren en niet meteen een mening verkondigen.
Wat merkt u van de invloed van sociale media in het onderwijs?
“In mijn gesprekken met het onderwijs merk ik heel duidelijk de invloed van media: als er op vrijdag een incident is op school, woekert dat in het weekend door via sociale media. Leerlingen dompelen zich onder in media. Als je als leraar daar online niet bij bent of geen zicht op hebt, zul je daar op maandag last van hebben.
"In de digitale context wordt veel gedacht in zwart-wit. Digitale media zorgen voor voortdurende actie en reactie. Vaak draait het dan om de identiteit van de ander. Die is goed of slecht. Door beelden te herhalen, zetten ze zich vast, mensen wennen eraan.
"Voor de goede orde: soms heb je zo’n tegenstelling nodig – polariseren is soms nodig. Als we niet zouden polariseren, blijft alles bij het oude. Emancipatie is daar een voorbeeld van, opkomend voor het vrouwenkiesrecht bijvoorbeeld. Door digitale media worden tegenstellingen eerder en sneller uitvergroot. En dat kan ook fout gaan."

Volgens u biedt de digitale wereld brandstof voor polarisatie, wat bedoelt u daarmee?
"Brandstof in wij-zij denken kun je herkennen. Het gaat altijd om uitspraken van de ene pool over de identiteit van de tegenpool. ‘Het zijn verraders’, ‘het zijn naïevelingen’, ‘ze horen hier niet’. ‘Het zijn stinkhoeren’ of ‘het zijn allemaal ratten’. De tegenstander wordt in een kwaad daglicht gesteld met oneliners, en die duiken overal op in de digitale wereld.
"Degene die brandstof levert wil de tegenstander treffen, maar het hoofddoel is om de middengroep onder druk te zetten. Kies! Dat is het wezen van polarisatiedruk; ben je voor of tegen ons? Een derde weg is onmogelijk. We vergeten soms dat de middengroep de doelgroep is voor de extremen op de polen."
Hoe kan het onderwijs hiermee omgaan?
“Scholen moeten strategieën hebben en deze bijbrengen aan leerlingen. De directie zorgt ten eerste voor een veilig schoolklimaat. Daarin is de leraar bruggenbouwer: iemand die vragen stelt. Iemand die zich boven de partijen plaatst, en soms juist tussen de leerlingen, met een eigen, persoonlijk verhaal, in het midden van de spanning.
"Het kan een enorme worsteling zijn, maar dat is niet erg. Worstelen is ook een teken van kracht. Bestrijd de tegenpolen dus niet en laat ze ook niet clashen. Wees uitnodigend voor iedereen. Stel vragen. Luister. Wees niet veroordelend, ook al denk je diep van binnen: wat deze leerling zegt is verschrikkelijk.
"Als mensen niet gekend en gehoord worden, gaan ze nog harder schreeuwen, wat de polarisatie doet toenemen. Heb gevoel voor het midden. Hoe kun je het splijtende onderwerp zo formuleren, met behulp van vragen, dat het midden wordt versterkt? Juist door met de klas te praten, kun je alle standpunten boven tafel krijgen, die anders misschien niet zichtbaar zijn omdat ze via sociale media worden uitgewisseld.”
Wat kunnen scholen doen om ook online het midden te versterken en polarisatie te verminderen?
“In het huidige schoolklimaat worden leerlingen opgeleid tot kritische burgers die een mening hebben. Maar leerlingen moeten juist kritische burgers worden die goed kunnen luisteren. Dit versterkt digitaal burgerschap.
"We praten op sociale media vooral over wat we vinden. Het is vaak brandstof dat een brandje verder doet oplaaien. Ook online kun je luisteren. Bijvoorbeeld door niet meteen te reageren met een mening, maar door een vraag te stellen. Dat kun je als leraar stimuleren door in gesprekken met leerlingen ook vragen te stellen en te zeggen dat je nog geen mening hebt, dat je het nog niet weet. Daarmee houd je een pleidooi voor het opschorten van je oordeel. Je zegt: het is oké om iets moeilijk te vinden en het nog niet te weten. Je vertelt dat luisteren je helpt de ander beter te begrijpen, jezelf beter te begrijpen en daarmee tot een betere mening te komen.
"Een mooi voorbeeld is de school New Bridge College in Noord-Ierland. De school staat bekend om spanningen in de klas het hoofd te bieden. Leraren stellen leerlingen drie vragen:
- Wat weet je ervan?
- Wat wil je vragen?
- Wat heb je geleerd?
Met deze vragen zet je leerlingen kritisch aan het denken en blijf je weg van meningsvorming. Ze doen leerlingen beseffen dat ze minder weten dan ze denken en nodigen uit tot nuance, luisteren en denkwerk.”
Meer informatie
Meer weten over het werk van Bert Brandsma? Lees het interview ‘Eenzijdigheid is het kwaad’ of bekijk de animaties van Inside Polarisation.