Meteen naar de content
  • Praktijkvoorbeeld
  • |
  • Professionalisering leraar
  • |
  • po
  • vo

Stichting BOOR vergroot de ict-bekwaamheid van leraren

Veilig bewegen in de digitale wereld voor iedere leerling – daar streeft de Rotterdamse Stichting BOOR naar. Maar voordat de BOOR-scholen met digitale geletterdheid aan de slag kunnen, is er nog een horde te nemen: ict-kennis van leraren is niet altijd up-to-date en ze hebben het druk. Met maatwerkprogramma’s vergroot BOOR nu hun digitale vaardigheid.

Logo Kennisnet

Door de redactie

19 juni 2023
9 minuten lezen

Stichting BOOR is het grootste schoolbestuur van Rotterdam met 75 openbare po- en vo-scholen op meer dan 100 locaties. Met ongeveer 4.000 medewerkers verzorgt BOOR onderwijs voor zo’n 30.000 leerlingen. Terwijl de ict-afdeling in het bestuurskantoor over de infrastructuur waakt, werken Martine van den Hurk en Bram van den Bos vanuit BOOR Services aan programma’s voor leraren van de scholen voor (speciaal) basisonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs. Die kunnen daarmee hun digitale vaardigheden naar een hoger plan tillen.

Alleen digitaal geletterde leerlingen via ict-bekwame leraren

“Toen we bij eerdere digitaliseringsprojecten trainingen gaven, merkten we dat er op iedere school leraren zijn die behoefte hebben aan extra ondersteuning”, vertelt Bram. “Tien tot twintig procent van alle leraren, óók jonge leraren die net van de pabo komen, heeft moeite met steeds veranderende dagelijkse digitale handelingen. Dus toen het bestuur van BOOR digitale geletterdheid bij leerlingen als doel opnam in het jaarplan, wisten we: daar zit nog iets vóór. Om digitale geletterdheid in het onderwijs op te nemen, moeten leraren zich wel comfortabel voelen bij het lesgeven met én over ict. Diana Liefhebber, hoofd van onze ict-afdeling, heeft veel affiniteit met dit onderwerp en zag de urgentie.”

10 tot 20% van alle leraren, óók jonge leraren die net van de pabo komen, heeft moeite met steeds veranderende dagelijkse digitale handelingen

Minimale ict-vaardigheden

Eerst brachten Martine en Bram de behoeften in kaart. Martine van den Hurk: “Er is een minimale set digitale vaardigheden die je als leraar moet beheersen om je werk te kunnen doen. Maar welke zijn dat precies? We spraken met stafmedewerkers en belden de applicatiebeheerders: welke programma’s zijn er allemaal, en wat moeten leraren kunnen? Waar word je vaak voor gebeld?” Deze exercitie leidde tot een Excelsheet met een overzicht van basishandelingen van leraren, geordend per applicatie.

Positieve insteek vanwege onzekerheden

Daarna bespraken Martine en Bram dit overzicht met schoolleiders en leraren. Ze kozen daarbij bewust voor een positieve insteek: ‘Waar zou je blij van worden?’ en ‘wat heb je nodig om je werk te kunnen doen zonder steeds om hulp te hoeven vragen?’ Martine: “Het onderwerp professionalisering raakt onzekerheden en daarnaast hebben leraren te maken met werkdruk. Dus het programma moet zich beperken tot vaardigheden die leraren echt nodig hebben in hun dagelijkse werk.” De gesprekken leidden tot een compactere set van basishandelingen. De verschillen tussen scholen bleken te overzien.

‘Digitaal stevig in je schoenen’

Martine en Bram gingen aan de slag met vijf pilotscholen. Samen ontwikkelden ze het programma ‘Digitaal stevig in je schoenen’. Daarin is aandacht voor de basisfunctionaliteiten van Windows, het leren werken met Office-programma’s, werken in de cloud, veilig omgaan met (leerling)gegevens in ParnasSys en werken met de digitale leeromgeving. Alle onderwerpen ingestoken op startersniveau. De precieze invulling van het programma verschilt per school. Om de leraren niet te veel te belasten, komen in het programma uitsluitend onderwerpen aan bod die voor die specifieke school relevant zijn. Daarvoor wordt vooraf met de schoolleider en de deelnemende leraren gesproken.

De basisingrediënten van ‘Digitaal stevig in je schoenen’

  • startgesprek met schoolleider
  • individuele intakegesprekken met de deelnemende leraren
  • trainingssessies per categorie
  • zelf oefenen per categorie met behulp van de werkbladen en video’s
  • het geleerde borgen met map en leerplatform

Individuele aandacht voor leraren

Een belangrijk onderliggend doel is om mensen vertrouwen te geven in het werken met computers. Daarvoor moeten leraren zich comfortabel voelen, vertelt Martine: “Sommigen hadden slapeloze nachten vanwege het intakegesprek. Dat is niet de bedoeling. Daarom kozen we voor een-op-een-intakes. In een groepssetting trekken mensen vaak een muur op. Er is onzekerheid en angst om per ongeluk iets weg te gooien of stuk te maken. Dat komen we dagelijks tegen.” Voordat je kennis kunt overdragen, moet je ruimte geven aan emoties als angst en schaamte, weten Martine en Bram. De opzet van het programma ‘Digitaal stevig’ in je schoenen biedt die ruimte, via individuele aandacht en concreet uitgewerkte trainingsmaterialen. Soms bleek er ook behoorlijk wat licht te zitten tussen wat de schoolleider dácht dat leraren uit het team konden en welke vaardigheden ze in werkelijkheid beheersten.

Er is onzekerheid en angst om per ongeluk iets weg te gooien of stuk te maken. Dat komen we dagelijks tegen

Werkbladen en video’s als trainingsmateriaal

Voor elke basishandeling maakten Martine en Bram een trainingslogboek. De leraren krijgen dat aangeboden in een map en digitaal, in een speciaal hiervoor ingericht leerplatform. Tijdens de pilot kwam naar boven dat leraren het fijn vinden om te kunnen oefenen met werkbladen, dus Martine en Bram voegden die voor alle categorieën toe aan het leerplatform. Inclusief video’s van de handelingen in de specifieke BOOR-omgeving. Het trainingsmateriaal groeide gestaag en organisch, afhankelijk van de vraag van de leraren. Martine beschrijft hun vraaggerichte werkwijze: “Weet een leraar niet hoe zij het werkblad kan downloaden en opslaan? Dan maken we daar gewoon een video over.”

Voorbeeldslide uit het lesmateriaal 'Digitaal stevig in je schoenen': een introductie van de cloud en Office 365

Lesmateriaal ‘Digitaal stevig in je schoenen‘

Meebewegen met de agenda’s

De beperkte beschikbaarheid van de leraren vraagt om flexibiliteit van de ontwikkelaars/trainers. We bewegen zoveel mogelijk mee met de agenda’s van de leraren, anders lukt het gewoon niet.”

Vertrouwen van het bestuur

Voor het ontwikkelen van een eigen professionaliseringstraject zijn vertrouwen en flexibiliteit nodig van het bestuur, de bovenschoolse directie en van het hoofd ict. En dat was er, vertelt Martine. “Op een gegeven moment bleek dat er meer trainingen nodig waren dan we hadden voorzien. Dat is toen geregeld. Het programma kon alleen een succes worden door ons aan te passen aan wat we onderweg tegenkwamen.”

Nieuwe kennis borgen

Ook was het belangrijk om het geleerde te borgen, vertelt Bram. “Het leerplatform blijft beschikbaar, zodat de leraren ook na de training nog bij de leerstof kunnen en zelfstandig kunnen oefenen.” De trainingslogboeken staan ook in een fysieke map, zodat de leraren kunnen meeschrijven en ook na de training dingen kunnen opzoeken. Dat werd gewaardeerd.

Kwaliteitskaarten

Tot slot heeft BOOR kwalificaties en doelen uit de Handreiking professionalisering ict-bekwaamheid toegevoegd aan de Kwaliteitskaarten. Martine: “De cirkel moet rond zijn: je moet ict-bekwaamheid niet alleen belangrijk vinden, maar dat ook laten zien. HR heeft aantal ict-bekwaamheden uit de handreiking tot thema gemaakt om op te nemen in de ontwikkelcyclus.”

De ict-doelstellingen en ontwikkeling van digitale vaardigheden moeten in het jaarplan van de school staan, zodat er voldoende tijd voor is

Plek in het jaarplan

Het programma loopt nu op vijf pilotscholen en acht andere scholen. Ondertussen leiden Martine en Bram nieuwe trainers op en zijn ze in gesprek met scholen die deze professionaliseringsstap ook willen zetten. Martine: “De ict-doelstellingen en ontwikkeling van digitale vaardigheden moeten in het jaarplan van de school staan, zodat er voldoende tijd voor is. De ict-afdeling van BOOR denkt op verzoek van scholen mee over de school-jaarplannen. Daarbij maken ze gebruik van het Vier in balans-model van Kennisnet, dat de samenhang tussen visie, infrastructuur, deskundigheid en inhoud/toepassing toont. Voor de bouwstenen van Vier in balans heeft de afdeling ict een menukaart ontwikkeld. Dit zijn items die schoolleiders kunnen afnemen bij het bestuursbureau, zoals scholingsaanbod. Daar staan ook onze programma’s in. Dus de schoolleider hoort al bij het maken van het jaarplan over ons professionaliseringsaanbod.”

Begrip voor andere prioriteiten

Ondanks al deze aandacht om professionalisering in het jaarplan te krijgen, zijn er altijd scholen waar (nu) geen ruimte is voor professionalisering omdat ze andere zorgen hebben die prioriteit hebben. Onderwijskwaliteit nog verder verhogen bijvoorbeeld, of het welzijn van kinderen. “Dat is de realiteit van het werken in schoolbestuur en daarvoor hebben we uiteraard begrip.”

‘Digitaal in het lokaal’

Ondertussen gaan Martine en Bram alweer met een volgende doelgroep aan de slag: leraren die digitaal vaardig zijn. In dit programma, ‘Digitaal in het lokaal’, gaan leraren, pedagogiek en didactiek verbinden met technologie. Er is aandacht voor digitale adaptieve leermiddelen en verder staat dit tweede programma in het teken van digitale geletterdheid. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met trainingsmateriaal dat bestaat uit voorbeelden uit de onderwijspraktijk en onderwerpen uit het DG-domein ‘Ict-basisvaardigheden’. Het doel is dat leraren kennis opdoen die ze direct kunnen toepassen of die hen direct helpt in de dagelijkse praktijk.

Naar digitaal geletterd in 2027

Bram: “De ontwikkeling van ‘Digitaal in het lokaal’ is een onderdeel van het IDT (interdisciplinair team) dat zich bezighoudt met het invoeren van digitale geletterdheid binnen Stichting BOOR. Vanaf 2027 maakt digitale geletterdheid deel uit van het curriculum. Daar wacht BOOR niet op. Het is nodig om nu al met leerlingen aan de slag te gaan met digitale geletterdheid. Kinderen hebben hier dagelijks mee te maken en in alle toekomstige beroepen speelt digitalisering in meer of mindere mate een rol. Het IDT besloot daarom pragmatisch om niet te wachten totdat de doelen voor 100% zijn uitgewerkt. Inmiddels werken diverse besturen al met sets doelen waarover goed is nagedacht. Daarmee kunnen we aan de slag.”

Hybride scholing

Ook nu inventariseren Martine en Bram de behoeften bij leraren, schoolleiders en bestuurders. Daarna ontwikkelen ze weer een programma dat zo dicht mogelijk bij de dagelijkse realiteit blijft. Martine: “We willen een plek bieden waar mensen naar terug kunnen. We laten deze groep hybride leren: soms gaan ze klassikaal voorbeelden delen, een deel wordt e-learning, we organiseren workshops met voorbeelden uit de praktijk en inspiratiesessies door mensen uit het veld.” Na de zomer start dit programma met een paar pilotscholen. Martine: “Ongetwijfeld leren we tijdens deze pilot ook weer ontzettend veel en veranderen er dan weer een miljoen dingen aan het programma.”

Mond-tot-mondreclame

Bij het vormgeven van de trajecten zijn Martine en Bram blij met de schoolleiders die het belang zien van deze professionaliseringsslag, vooral de pilotscholen. Bram: “Iemand moet als eerste in het diepe springen. We merken dat het nu via mond-tot-mondreclame tussen schoolleiders onderling verder groeit. Het is dankbaar werk.”

10 tips voor professionalisering

  1. Blijf niet te lang hangen op visie- en strategieniveau maar ga aan de slag en pas je activiteiten gaandeweg steeds aan op de behoeften.
  2. Ontwikkel professionaliseringsprogramma’s samen met pilotscholen.
  3. Doe geen aannames over leerbehoeften en startniveau, ga in gesprek met schoolleiders en leraren.
  4. Noem dit gesprek brainstorm, luister goed en doe er echt wat mee.
  5. Neem iedereen mee in de ontwikkeling van digitale vaardigheden. Iedere leraar is goud waard!
  6. Heb empathie, geduld en begrip voor werkdruk maar wees ook assertief en vraag om een plek in de agenda’s.
  7. Breng de leraren alleen die dingen bij die ze echt nodig hebben in hun dagelijks werk.
  8. Laat leraren zelf veel oefenen en geef daar ondersteuning bij. Zorg voor borging, bijvoorbeeld met een map en een online omgeving.
  9. Laat de leraren meedoen aan onderdelen waarvan zij zelf de toegevoegde waarde inzien.
  10. Maak het leuk! Leraren hebben veel op hun bordje, dus zorg voor een prettige sfeer en stel je flexibel op.

De onderwerpen waarover wij publiceren