Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Opinie
  • |
  • Artificial intelligence
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

Maak ruimte om te experimenteren met AI

We weten steeds meer over kunstmatige intelligentie en de rol die deze technologie kan spelen in het onderwijs. Tegelijkertijd weten we nog veel níet. We moeten met elkaar onderzoeken wat we wel en niet kunnen met deze technologie. We moeten ons ook afvragen: wat zouden we willen? Laten we in ieder geval zorgen voor goed georganiseerde experimenteerruimte.

Door Larissa Zegveld

06 oktober 2022
5 minuten lezen

In de discussie over intelligente technologie komen we al snel terecht in de tegenstellingen. Als ik lees: ‘kansen voor het onderwijs’, staat in de volgende zin ‘risico’s voor onderwijskwaliteit’, of woorden van gelijke strekking. Als de een zegt ‘We kunnen niet om AI heen’, is de tegenvraag ‘Hoezo niet?’.

Vol van artificial intelligence

Het is natuurlijk toeval, of zou het voorgeprogrammeerd zijn? Vanochtend was ik aanwezig bij de opening van het Nationaal OnderwijsLab Artificiële Intelligentie (NOLAI), een initiatief dat wordt gesteund door het Nationaal Groeifonds. Die steun is terecht, want er valt namelijk nog zoveel te leren over kunstmatige intelligentie. Ik heb daar aangegeven hoe belangrijk goede experimenteerruimte is. De ontwikkeling van slimme technologie kan het onderwijs namelijk veel opleveren. Eerder deze week vond het symposium Onderwijs & intelligente technologie van de Onderwijsraad plaats, naar aanleiding van het rapport dat de raad hierover publiceerde. Ook mijn Kennisnet-collega’s spraken hier over hun kijk op het onderwerp.

Larissa Zegveld aan het woord tijdens de opening van het Nationaal OnderwijsLab AI

Larissa Zegveld aan het woord tijdens de opening van het Nationaal OnderwijsLab AI

Op het congres OnderwijsInzicht dat we onlangs samen met SIVON, de PO-Raad en de VO-raad organiseerden, waren de sessies die een link hadden met kunstmatige intelligentie drukbezocht. Het onderwerp wekt de nieuwsgierigheid en roept ook vragen op. Hoe moeten we ons verhouden tot deze technologie? Nanda Piersma schetste tijdens haar college wat AI kan gaan betekenen voor het onderwijs.

Grenzeloze mogelijkheden?

Dat we niet om AI heen kunnen is een gegeven. De technologie ís er gewoon. Als we navigeren in het verkeer, als we informatie opzoeken via internet, overal zijn AI-systemen aan het werk. Lees het Jaarplan van Kennisnet dat binnenkort verschijnt en je leest een mooi staaltje artificial intelligence op de eerste pagina. Ik vond het verrassend te zien wat AI kan genereren op basis van summiere input. De mogelijkheden van intelligente technologie lijken op zo’n moment grenzeloos.

Waar liggen de grenzen, op welke manier willen we intelligente technologie inzetten in het onderwijs en op welke manier niet? Wat betekent de inzet van slimme systemen voor de rol van de leraar? Er is maar één manier om daar achter te komen. We moeten hiermee gaan experimenteren en onderzoeken wat AI concreet voor het onderwijs kan betekenen en wat we met dit gereedschap het onderwijs kunnen verbeteren.

Andere gesprekken tussen leraar, leerling en ouders

Kijk naar adaptieve digitale leermiddelen zoals die nu al worden ingezet. Ze kunnen ons sneller inzicht geven in hoe iemand presteert, als dat op een goede manier gebeurt. Het adaptieve systeem stelt iets vast en die uitkomst betekent iets voor het leerpad van deze leerling. Daarbij lijkt het me niet de goede weg als we blind de systemen volgen. Maar intelligente technologie kan hierbij wel behulpzaam zijn.

De gevolgen kunnen groot zijn. Het zal de gesprekken tussen leerling en leraar en die tussen ouders en leraar veranderen. Ouders, leerlingen en studenten zijn al mondiger geworden de laatste jaren en ik vermoed dat dat niet zal afnemen met de inzet van slimme technologie in het onderwijs. Dat is iets voor scholen om zich te realiseren als ze adaptieve leermiddelen gebruiken. Ouders en leerlingen hebben er recht op om te weten hoe een advies, mede gebaseerd op een geautomatiseerd systeem, tot stand komt. De leraar moet een oordeel kunnen vellen over het resultaat en hierover met hen het goede gesprek kunnen voeren.

Veilige onderzoekssetting

We praten volop over AI en kijken naar de mogelijkheden en nadelen. Feitelijk staan we nog maar aan het begin van mogelijk grote nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs. Artificial intelligence bevindt zich in een fase waarin we veel experimenten gaan zien om de echte waarde voor het onderwijs te ontdekken. Mijn stelling is dat we dat goed, gecontroleerd en vooral samen moeten doen. Deze technologie raakt ons allemaal, laten we dan ook iedereen die ermee te maken krijgt in het onderwijs een stem geven bij de ontwikkeling ervan.

Hier ligt wat mij betreft een belangrijke taak voor het onderwijs en voor partijen zoals Kennisnet die zich bezighouden met technologie in het onderwijs. Creëer de ruimte om te ontdekken hoe we kunstmatige intelligentie het beste kunnen inzetten, als hulpmiddel om het onderwijs te verbeteren. Laten we verstandig omgaan met deze technologie maar het experiment niet uit de weg gaan. We mogen daarbij bijvoorbeeld de ontwikkelaars van intelligente systemen best wijzen op hun verantwoordelijkheid om deze systemen met zorg te bouwen, in nauw overleg met gebruikers. Dat is altijd goed, maar wat mij betreft zéker als het gaat over toepassingen in het onderwijs.

Juist daarom ben ik zo blij met initiatieven zoals het Nationaal OnderwijsLab Artificiële Intelligentie, waarin ruimte is voor praktische experimenten en waarbij het belang van goed onderwijs altijd vooropstaat. Laten we ervoor zorgen dat dit in een omgeving gebeurt waarin iedereen bewust bij het proces wordt betrokken: ontwikkelaars en docenten, ict-coördinatoren en schoolleiders, ouders, leerlingen en studenten.

Lees verder

Over de auteur Larissa Zegveld

Larissa Zegveld is directeur-bestuurder van Kennisnet

De onderwerpen waarover wij publiceren