Meteen naar de content
  • Uitleg
  • |
  • Informatiemanagement
  • |
  • po
  • vo

Inzicht in het applicatielandschap

Geen enkele school heeft als doel zoveel mogelijk apps te gebruiken. Maar het is soms een uitdaging om aantrekkelijk ogende applicaties die leraren bijvoorbeeld op onderwijsdagen hebben gezien, te beoordelen op het nut en te concluderen of ze de activiteiten die bijdragen aan gestelde doelen ondersteunen. In dit artikel in de reeks over informatiemanagement op school laten we zien hoe een goed inzicht in alle applicaties op school hierbij kan helpen.

Okko Huising

Door Okko Huising

13 december 2022
7 minuten lezen

Inzicht in het applicatielandschap van je school levert een aantal grote voordelen op. En dan niet alleen in het kader van kostenbesparing.  

Een volledig overzicht van applicaties en functies: 

  • maakt duidelijk welke applicaties mogelijk voor hetzelfde doel worden ingezet (en dus dubbel zijn); 
  • laat zien op welke gebieden er mogelijk wél doelen en activiteiten zijn gedefinieerd, maar waar nog géén systemen zijn om deze activiteiten te ondersteunen. Bij de aanschaf van nieuwe applicaties wil je weten hoe je applicatielandschap eruitziet om te kunnen bepalen of de nieuwe software hierbij past; 
  • geeft inzicht in de levenscyclus van alle gebruikte systemen waardoor je ze kunt vervangen voordat er problemen ontstaan;
  • en geeft daarnaast inzicht in de leveranciers, koppelingen tussen de applicaties, de gebruikte technologieën, het gebruik van de applicatie (urgentie en belang), de risico’s (informatiebeveiliging en privacy), en, indien de applicatie is gekoppeld aan de financiële administratie, ook in de kosten. En het geeft het overzicht bij samenwerken en/of fuseren met andere onderwijsorganisaties.

Stel het doel vast

Een belangrijke stap bij informatiemanagement is beoordelen of de software een bijdrage levert aan de (ondersteuning van) activiteiten en de gestelde doelen van de school. Je kunt zo vaststellen of bepaalde software nodig is. Of je kunt op basis van onderzoek uit de data concluderen dat digitale ondersteuning bij bijvoorbeeld het leren van spelling en grammatica toch niet zo goed werkt als wanneer leerlingen zelf schrijven. En wat te denken van allerhande dashboards en rapportages die tegenwoordig standaard bij diverse softwareoplossingen worden geleverd? Doordat elke muisklik van een leerling data oplevert, kan er zo veel data ontstaan, dat een leerkracht zich erin kan verliezen. De kans bestaat dat er dan te weinig tijd overblijft voor persoonlijke uitleg.

Tip: stel ook een doel vast ten aanzien van het sturen op data. Het feit dat er heel veel data is, wil niet zeggen dat alle data relevant is voor het gekozen doel. Dezelfde focus als waarmee je naar de applicaties kijkt – dus op basis van de criteria ‘doel’, ‘activiteiten’ en ‘informatiebehoefte’ – levert vaak ook veel rendement op.

Zet software op zijn plaats

Het is dus belangrijk om software op zijn plaats te zetten, letterlijk en figuurlijk. Dit noemen we ook wel applicatierationalisatie. In samenwerking met bestuur, leerkrachten en ondersteuners binnen de schoolorganisatie, legt de informatiemanager vast welke informatie de school nodig heeft om goed te kunnen functioneren. Hij zoekt hier systemen bij die vanuit functioneel oogpunt aan de vraag voldoen. Ict bepaalt vervolgens de technische ingebruikname van deze systemen: past het technisch in het applicatielandschap, hoe kunnen we bijvoorbeeld single sign-on realiseren? De mate van professionalisering en de digitale geletterdheid in de school bepalen de manier waarop Ict technologie kan inzetten in het voordeel van de leerling.  
Dit is niet de ‘makkelijke’ weg, maar wel de juiste. Het gaat erom dat men in de school gezamenlijk de professionele verantwoordelijkheid neemt over de processen en activiteiten, de kennis van de toepasbaarheid van applicaties en hun plek in de ict-architectuur. Het is de professionele weg waardoor zaken goed en beter verlopen.  

Start altijd bij de activiteiten die nodig zijn voor het functioneren van de school

Aan het einde van de werkdag zal niemand mailen om te vragen of een applicatie correct heeft ondersteund bij de activiteiten van die dag. Maar dat is wel de essentie van operational excellence: de goede dingen goed doen, afspraken maken en nakomen. Dit is een vorm van integrale kwaliteitszorg. 

Reduceer kosten en maximaliseer opbrengsten

Applicatierationalisatie is voor veel scholen bij uitstek een manier om te bezuinigen. Een gemiddelde school heeft tientallen apps die in de klas worden ingezet. Behalve trainingskosten gaat er (ongemerkt) ook veel energie, tijd en focus verloren wanneer leerkrachten aan elkaar gaan vragen hoe iets werkt. Reduceert een school het aantal applicaties van bijvoorbeeld 50 naar bijvoorbeeld 10 die alles doen wat nodig is, dan wordt het leven voor de leerkrachten een stuk eenvoudiger en blijft er meer tijd over voor het helpen ontwikkelen van leerlingen. Wil een school een applicatierationalisatie doorvoeren, dan is inzicht in het applicatielandschap onmisbaar.

Voorbeeld: online lesgeven

In maart 2020 toen scholen als gevolg van de coronapandemie plotseling moeten omschakelen naar online lesgeven, kwam inzicht in het applicatielandschap goed van pas. In een oogopslag werd duidelijk of methoden en onderwijswerkvormen analoog of digitaal waren en welke aanpassingen moesten worden gedaan. De plotselinge focus op online lesgeven heeft er ook voor gezorgd dat de functionaliteiten van softwareapplicaties versneld en op basis van de vraag uit de markt werden aangepast. Denk aan Microsoft Teams waarmee inmiddels opdrachten kunnen worden uitgezet, een virtueel klaslokaal kan worden ingericht en grote groepen mensen tegelijkertijd kunnen videobellen. 

Hulpmiddelen voor goed informatiemanagement op school

Hoe ga je zelf aan de slag met het in kaart brengen en optimaliseren van het applicatielandschap van je school? Start altijd bij de activiteiten die nodig zijn voor het functioneren van je school. Bijvoorbeeld de aanmeldingen voor open dagen omzetten naar inschrijvingen van nieuwe leerlingen. Vervolgens kijk je hoe je deze activiteit het beste kunt ondersteunen, standaardiseren en vereenvoudigen. Want zodra de activiteiten helder zijn, wordt ook de informatiebehoefte inzichtelijk. Focus hierbij op de kerntaken en bijbehorende activiteiten en informatie. Zo haal je maximaal rendement uit de applicaties.

FORA

Met het FORA-referentiecomponentenmodel zet je systemen die activiteiten ondersteunen op een rij. Ga je een stap verder, dan pak je het referentiecomponentenmodel met applicatiefuncties waarbij (de naam zegt het al) per systeem is uitgewerkt welke applicatiefuncties deze bevat. Door deze modellen uit te werken voor jouw school (welke software gebruik je voor DLO, LAS et cetera en welke educatieve apps worden ingezet), zie je welke activiteiten vanuit meerdere systemen worden ondersteund en waar wellicht sprake is van ‘gaten’ in je applicatielandschap waar activiteiten nog niet adequaat worden ondersteund.

Om inzicht te krijgen in processen, activiteiten en typen systemen kun je rationeel bekijken of en hoe een activiteit wordt ondersteund met een systeem en of er dubbelingen in de systemen zijn. Zo ontstaat regie op applicaties. Zie hiervoor bijvoorbeeld het proces voor het proces voor applicatierationalisatie

Wil je weten welke applicaties in jouw school persoonsgegevens gebruiken, vul dan de ‘Invulposter Systemen die persoonsgegevens verwerken’ in.
Invulposter Systemen verwerken persoonsgegevens
Wil je inzicht in de Digitale Leeromgeving (DLO), vul dan de ‘Invulposter Digitale Leeromgeving’ in.
Invulposter Digitale Leeromgeving

Softwarecatalogus Demonstrator

FORA Werkgroepleden (scholen) gebruiken de Softwarecatalogus Demonstrator, die wij als Kennisnet ondersteunen. Het is een instrument waar het FORA-model en het eigen applicatielandschap van de school op elkaar worden geplot. Zo kunnen scholen precies zien welke activiteit ze met welke applicatie en applicatiefunctie ondersteunen. Voor meer informatie en mogelijkheden kunnen scholen contact opnemen met fora@kennisnet.nl.

Aandachtspunten en tips

Blijkt uit inzicht in het applicatielandschap dat er in applicaties bepaalde functionaliteit ontbreekt, kijk dan eerst of deze bij andere systemen en apps beschikbaar zijn. Ga vervolgens na of andere scholen wellicht goede oplossingen voor een specifieke vraag in gebruik hebben en kijk of samenwerking mogelijk is.  

Wil je van bepaalde applicaties weten welke activiteiten ze kunnen ondersteunen? Bijvoorbeeld van Google Workspace of ParnasSys? Kijk dan regelmatig op de het onderdeel ‘mapping applicaties op de FORA Wiki. Onder de tab ‘Modelschool’ vind je het onderdeel ‘Mapping applicaties op de fora’.

Netwerk Informatiemanagement po/vo

Het Netwerk Informatiemanagement po/vo is een netwerk voor ict-verantwoordelijken in het primair en voortgezet onderwijs. In het netwerk deel je kennis en ervaring met collega’s van andere scholen en werk je aan je eigen professionalisering.

Meld je aan

De onderwerpen waarover wij publiceren