Meteen naar de content
  • Opinie
  • |
  • Professionalisering leraar
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

Chatten met Napoleon: praat met leerlingen over wat AI met ons doet

Barend Last, Thijmen Sprakel en ChatGPT schreven met zijn drieën een boek over generatieve AI in het onderwijs. Er staan talloze tips in, suggesties voor werkvormen, voorbeeldprompts en een blik onder de motorkap van AI. Met dit boek willen ze leraren helpen AI verantwoord te integreren in hun onderwijs en hen vaardiger maken in het gebruik ervan.

Frans Schouwenburg

Door Frans Schouwenburg

14 november 2023
8 minuten lezen

De titel van deze coproductie: Chatten met Napoleon: Werken met generatieve AI in het onderwijs. Dat werken gebeurt nog maar mondjesmaat, zien Barend Last en Thijmen Sprakel. Ze onderscheiden drie groepen, waar het om de adaptatie van nieuwe technologie gaat. Allereerst zijn er natuurlijk altijd voorlopers: “De techno-evangelisten, mensen die de voordelen ervan zien, vaak gedreven door FOMO – fear of missing out”, zo omschrijft Barend Last deze groep.

Een andere groep laat die technologische ontwikkelingen liever aan zich voorbijgaan (joy of missing out, JOMO), regelmatig gevoed door doemscenario’s uit de media. “Daar zie je vaak onbewust antropomorfisme, oftewel het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke dingen. Daaruit ontstaat soms de misvatting dat AI echt menselijke eigenschappen bezit en zelfs mogelijk de wereld overneemt”, zegt Last. Ook het idee dat leraren vervangen zullen worden door AI leeft onder deze groep.

Maar Last en Sprakel maken zich vooral zorgen over de grote middenmoot – de groep tussen FOMO en JOMO in.

  • Thijmen Sprakel is leraar Engels en muziek, verdiept zich al jaren in het onderwijskundig gebruik van digitale technologie en blogt daarover op zijn website Edukitchen.
  • Onderwijskundige Barend Last was leraar en schoolleider op een basisschool, schrijft (kinder)boeken en werkt als onderwijsadviseur voor onder andere SURF. Voor de serie Barend legt uit maakt hij uitlegfilmpjes over onderwijsconcepten.

Veel leraren hebben ChatGPT zelfs nog nooit uitgeprobeerd

Thijmen Sprakel: “Het is al een jaar geleden dat ChatGPT werd gelanceerd. Dus ik zou verwachten dat leraren ondertussen wat skills zouden hebben om hiermee te werken. Maar als ik op scholen demonstreer hoe je met generatieve AI een automatisch lesplan aanmaakt, dan is het gros van de docenten nog steeds verbaasd dat dit kan. Net als wanneer ik laat zien dat AI moeiteloos 20 open vragen genereert bij een tekst op Nu.nl. Ik geef veel sessies op scholen en vraag dan altijd: Wie heeft nog nooit iets met AI gedaan? Steevast zijn er veel mensen die ChatGPT zelfs nog nooit hebben uitgeprobeerd. Dan denk ik: jullie hebben geen idee hoe disruptief dit is.”

© iStock

AI kan het onderwijs verrijken

Aan de ene kant is dat domweg jammer, vinden Last en Sprakel, want AI kan leraren helpen. Bijvoorbeeld bij het differentiëren, door vragen op verschillende niveaus te genereren. Ook kan AI het onderwijs verrijken. Barend Last borduurt voort op de titel van het boek: “Ik heb als Meester Barend veel lessen gegeven over Napoleon. Hoe tof zou het zijn als je gewoon in groep 5 of 6 een chatbot met Napoleon op het bord zou kunnen zetten, en hem vragen kunt stellen?”

Output van AI leren beoordelen

Daarnaast is er een misschien wel dringender reden waarom leraren met AI aan de slag zouden moeten gaan: leerlingen moeten de output van generatieve AI op waarheid leren beoordelen. Last gebruikt Napoleon weer in een voorbeeld. “Een vo-leerling zou een prompt kunnen geven als: ‘Verzin een essay over Napoleon’. Door dat woordje ‘verzin’ loop je het risico dat ChatGPT een essay produceert over Napoleon als uitvinder van de croissant.” Dan komt het er dus op aan dat de leerling die croissant niet voor zoete koek slikt. Dat de eerdergenoemde chatbot die in de huid van Napoleon kruipt flinke onzin kan verkondigen, biedt ook kansen om met elkaar te onderzoeken wat nu eigenlijk waar is en wat niet.

Wat is een prompt?

Een taalmodel zoals ChatGPT heeft aanwijzingen nodig om een opdracht of taak te kunnen uitvoeren. Die aanwijzingen vormen de prompt. Ze bestaan bijvoorbeeld uit een vraag/instructie, context en aanduiding van de doelgroep. In Chatten met Napoleon staan werkbladen die helpen om een goede prompt te schrijven.

Nep van echt onderscheiden

En dat terwijl we uit onderzoek weten dat door ChatGPT-gegenereerde teksten vaak betrouwbaarder overkomen dan door mensen geschreven teksten. Ook weten we dat we de bias (vooringenomenheid) van die teksten soms onbewust overnemen. “Dit is een tijd van nepbeelden en nepnieuws, dus de digitale geletterdheid en kritische denkvaardigheden van leerlingen worden steeds belangrijker”, ziet Sprakel.

Een chatbot die rare dingen zegt

Daarbij gaat het niet alleen over het voortgezet onderwijs. Kinderen worden al jong geconfronteerd met AI-gegenereerd materiaal en dat kan een grote impact hebben. Last noemt Snapchat. “Dat heeft een kleine bot geïntroduceerd die heel rare dingen kan zeggen. Kinderen worden geconfronteerd met hun eigen digitale identiteit.” Dit vraagt om een nieuwe tak van mediawijsheid waaraan we al vanaf het primair onderwijs aandacht moeten besteden, vinden de auteurs.

Digitale vaardigheden leren

Als het belang van dit onderwerp zó groot is, hoe kan die middengroep, die groep leraren die zich niet of nauwelijks in AI verdiept, nog zo groot zijn? Allereerst is er natuurlijk de werkdruk. Sprakel: “Als leraar zit je hele dag vol. AI is superhandig, maar je hebt wel vaardigheden nodig om er verantwoord en effectief mee te kunnen werken en het ontbreekt docenten aan tijd om zich die eigen te maken. Neem alleen al het juist leren prompten. Daarnaast moet je kennis hebben van wat er allemaal op de markt is. Laat staan de ethische vraagstukken die het met zich meebrengt.

Veel leraren weten bijvoorbeeld niet dat je met de app van ChatGPT foto’s kunt maken en op een heel makkelijke manier je huiswerk kunt doen. Maar de leerlingen weten dat wel. Ondertussen geeft de leraar nog steeds oefening 8 tot en met 20 uit het boek op, loopt door de klas, ziet dat er in elk schrift wat staat en denkt: dat gaat prima zo.” De “grote voordegekhouderij” noemt Sprakel deze fase. Ook wel begrijpelijk, met het volle curriculum en de volle werkdag. Toch is het zaak om te professionaliseren, adviseren Sprakel en Last. Studiedagen. Dan het geleerde borgen, met professionele leergemeenschappen bijvoorbeeld. Kleine innovaties en experimenten doen, uitwisselen hoe het gaat.

Wat doen we eigenlijk? Welk gedrag stimuleren we? Waaróm wil een leerling eigenlijk met AI zijn opdracht doen?

Van presteren naar leren

Misschien legt de komst van AI wel de vinger op de zere plek. Last: “Op sommige scholen voor voortgezet onderwijs is de gedachte: als onze leerlingen hun opdrachten en toetsen maar gewoon netjes doen en ze halen uiteindelijk hun eindexamen, dan is er toch niks aan de hand? En dat is ook zo, in the eye of the beholder. Maar we zien in onderwijsland de laatste decennia een verschuiving van presteren naar leren. Er is discussie over de vele summatieve beoordelingen, zoals het boek Is het voor een cijfer? van Correspondent-journalist Johannes Visser illustreert. Die zorgen ervoor dat er weinig tijd en ruimte overblijft om nieuwe dingen te proberen en ook dat je in dat systeem achterover kunt hangen en denken: ze scoren toch goed?” Ondertussen vergroten de bijlescultuur en schaduwonderwijs de kansenongelijkheid, ziet hij. “We moeten reflecteren: Wat doen we eigenlijk? Welk gedrag stimuleren we? Waaróm wil een leerling eigenlijk met AI zijn opdracht doen?”

Beleid maken

Wat staat scholen nu te doen, volgens Sprakel en Last? Allereerst: laat bestuurders, schoolleiders, beleidsmedewerkers, leraren en anderen samen zorgen voor een visie en maak daar beleid bij, en deel dat bovenschools. Daarbij zou wat landelijke sturing welkom zijn, vinden ze. Last: “Geen voorschriften, maar handvatten in de lijn van het Kennisnet-stappenplan voor mobieltjes in de klas. Het World Economic Forum heeft samen met de Khan Academy een Engelstalige AI-toolkit voor scholen gemaakt, met prachtige bronnen. Er zitten richtlijnen en voorbeelden van verschillende scholen bij, zelfs brieven voor ouders. Het zou goed zijn als zoiets er ook voor het Nederlandse po en vo was, opgesteld door OCW of een ander landelijk orgaan als Kennisnet of het Nationaal Onderwijslab AI, NOLAI.”

Standbeeld van Napoleon

© iStock

Kennis aanreiken

Want dat AI de leraar overbodig zou maken, is een misvatting. Sprakel: “Om de waarheid van AI-gegenereerde teksten te kunnen beoordelen is feitenkennis nodig. Die moeten leraren aanreiken. Daarnaast: dat leerlingen met alles wat digitaal is kunnen omgaan, is een mythe. Ze vinden snel hun weg op Snapchat, Instagram en TikTok maar als het gaat om behendig werken met computerprogramma’s die ze later in hun baan nodig hebben en die contextualiseren naar hun eigen leer- en werkomgeving, dan moeten ze nog veel leren.” En daar komen nu promptvaardigheden bij, voegt hij toe. Denk maar aan die leerling die nu denkt dat Napoleon de croissant bedacht.

Het gesprek aangaan

Last but not least: het is een taak van het onderwijs om met leerlingen het gesprek te voeren over hoe je omgaat met technologie, dus ook met AI. Last vindt het bijna onethisch om dat niet te doen, legt hij uit. “Ze worden in de echte wereld ook geconfronteerd met kunstmatige intelligentie en de kansen en de risico’s die ermee gepaard gaan.” Sprakel zet ChatGPT wel eens open op het digiboard voor een gesprek met zijn leerlingen: Wat kunnen we hiermee? Kan iedereen hiermee omgaan? Wat doet dit met ons? Maakt het ons lui? Last: “Zo’n gesprek over die ethische aspecten, en met een open houding samen op onderzoek uitgaan: dat brengt je als leraar verder dan AI krampachtig proberen te verbieden of omzeilen.”

Over de auteur Frans Schouwenburg

Frans Schouwenburg is strategisch adviseur onderwijsvernieuwing met ict bij Kennisnet en is expert op het gebied van innovatievraagstukken in het onderwijs.

Frans Schouwenburg

Lees verder

De onderwerpen waarover wij publiceren