Meteen naar de content

Monitor hybride onderwijs vo: hogere motivatie leerlingen bij actieve online les

In de periode van thuisonderwijs hebben docenten, schoolleiders en leerlingen in het voortgezet onderwijs (vo) en ouders de opbrengsten van hybride onderwijs verschillend ervaren. Dit blijkt uit de Monitor hybride onderwijs in het vo. Eén van de conclusies uit het onderzoek: hoe de opbrengsten worden ervaren, hangt onder andere af van de mate van activiteit in de online les, de ondersteuning van ouders en de zelfstandigheid van de leerling. De helft van de bevraagde leerlingen wil liever bepaalde zelfstandige taken thuis blijven doen. Ook als de scholen weer volledig opengaan.

Logo Kennisnet

Door de redactie

9 maart 2021
7 minuten lezen

Huidige en toekomstige uitvoering van het onderwijs

Uit het onderzoek, uitgevoerd door KBA Nijmegen in opdracht van Kennisnet, blijkt dat docenten het minst hebben gewerkt met activerend en samenwerkend leren, waarbij ze bijvoorbeeld leerlingen laten samenwerken, elkaar feedback laten geven of leerlingen zelf leerinhoud laten kiezen die past bij de leerdoelen. Wat hierbij wel opvalt is dat de docenten verwachten dat ze in de toekomst juist meer activerend en samenwerkend leren gaan inzetten.

Als we daarbij kijken naar de specifieke activiteiten die docenten in de toekomst meer verwachten te gaan doen, dan zijn dit:

  • peer review toepassen
  • leerlingen samenwerkend laten leren
  • leerlingen praktijklessen of practica laten volgen 
  • leerlingen laten samenwerken met ict 
  • leerlingen zelf leerinhouden laten kiezen die passen bij de leerdoelen 
  • differentiatie verzorgen 
  • leerlingen aanzetten tot probleemoplossend leren. 

Activiteiten waarvan docenten verwachten dat zij die minder gaan doen:

  • Online lesgeven 
  • Via beeld en spraak contact hebben met leerlingen over de voortgang. 

Gebruik leermateriaal

Welk leermateriaal hebben docenten in deze periode voornamelijk ingezet? Het onderzoek laat zien dat docenten vooral gebruikmaakten van materiaal van uitgevers of digitaal materiaal wat zij zelf, door collega’s is ontwikkeld.

Ook gaf ongeveer de helft van de docenten aan dat er relatief veel gebruik is gemaakt van tools om de voortgang van leerlingen te monitoren of om digitaal feedback te geven op ingeleverde opdrachten. Maar een vijfde van de docenten gaf aan gebruik te maken van tools om leerlingen onderling feedback te laten geven of zette educatieve games in.

Meeste tijd besteed aan gebruik van ict en verantwoording

Aan docenten is ook gevraagd waar zij meer of minder tijd aan kwijt waren tijdens de periode maart-zomervakantie 2020 ten opzichte van de periode daarvoor. 

De docent is meer tijd kwijt aan:

  • gebruik van ict 
  • administratieve verantwoording 
  • lesvoorbereiding. 

De docent is minder tijd kwijt aan:

  • zicht op de ontwikkeling van de leerlingen 
  • variatie in de didactische aanpak 
  • samenwerking met collega’s.

Bijna de helft van de leerlingen gaf aan via een normaal lesrooster les te hebben gevolgd. Ongeveer een derde van de leerlingen geeft aan net zo lang les te hebben gehad als tijdens een normaal schoolrooster. Dit betekent dat het merendeel van de leerlingen een aangepast rooster heeft gevolgd.

Ict deels op orde 

Uit de monitor blijkt dat het bij overgrote deel de ict-infrastructuur thuis en op school goed werkte. Toch waren er nog steeds docenten en leerlingen waarbij de omstandigheden voor onderwijs op afstand niet goed waren, zoals:

  • het werken op een verouderde computer
  • een slechte internetverbinding

Over de visie op ict wordt aangegeven door de schoolleiders en ict-coördinatoren dat ongeveer één vijfde niet of enigszins werkt vanuit een duidelijke visie op de inzet van ict in het onderwijs. Ook één derde van de docenten geeft aan niet of enigszins te werken volgens een visie op ict van school of bestuur.

Ondersteuning school belangrijk voor ouders 

Uit de analyses van de monitor komt naar voren dat ouders positiever waren over de opbrengst van het onderwijs wanneer ouders vonden dat:

  • de school bij de uitvoering van het hybride onderwijs voldoende ondersteuning bood aan ouders en leerlingen.
  • hun kind zelfstandig kon werken.

Ongeveer een kwart van de ouders was niet tevreden met de ondersteuning die de school bood en vond dat het onderwijsaanbod onvoldoende was afgestemd op tempo en niveau van het kind. Daarnaast benoemde één op de zeven ouders dat hun kind onvoldoende zelfstandig kon werken. 

Een relatief groot deel van de ouders gaf aan onvoldoende zicht hebben op het schoolwerk van hun kind. Daarnaast gaf iets minder dan de helft van de ouders aan onvoldoende contact te hebben gehad met de mentor. 

Ict-vaardigheden van de docenten van invloed 

De monitor laat zien dat een derde van de docenten vindt dat hun onderwijs minder efficiënt verliep. De groep docenten die relatief weinig gevarieerd onderwijs aanbood, waren negatiever over de ervaren opbrengsten zoals de efficiëntie van het onderwijs dan de groep die een divers aanbod aan didactische activiteiten had. Daarbij zien we een verschil waarin docenten zichzelf ict-vaardig vonden.

Docenten die meer en diverse onderwijsactiviteiten uitvoerden, vonden dat zij zelf ict-vaardig waren, in tegenstelling tot docenten die aangaven minder activiteiten uit te voeren. Ook schoolleiders en ict-coördinatoren is gevraagd naar de vaardigheden van hun team in het gebruik van ict. Zij scoorden over het algemeen positiever dan de docenten zelf.

Tot slot blijkt dat docenten die verschillende digitale leermiddelen gebruikten, zoals het gebruik van oefensoftware, over het algemeen positiever waren over de opbrengsten van het geven van onderwijs op afstand. 

Maatwerk is nodig 

De docenten is bovendien gevraagd of het niet naar school kunnen gaan een positieve of negatieve uitwerking heeft gehad op het welbevinden, de motivatie en de leerprestaties van de leerlingen. De uitkomsten hiervan zijn zeer divers. Zo zien de meeste docenten bij een derde of meer van de leerlingen een negatieve invloed op de leerprestaties, motivatie en welbevinden, en bij een derde van de leerlingen een positieve invloed op deze drie gebieden. Dit betekent dat volgens docenten het effect van het afstandsonderwijs niet voor alle leerlingen hetzelfde is. 

Motivatie leerlingen meest verklaard door actieve les en ondersteuning ouders 

Uit de analyses van de monitor komt naar voren dat leerlingen beter gemotiveerd zijn om thuis aan het schoolwerk te werken wanneer leerlingen vinden dat: 

  • ze goed online les krijgen, waarin docenten goede uitleg geven en de leerlingen actief meedoen.
  • ouders helpen en toezien op wat zij gedaan hebben.
  • er in rust en met regelmaat aan het schoolwerk gewerkt kan worden.

Online lessen

Over de online lessen geeft twee derde van de leerlingen aan dat zij naar eigen zeggen actief meedoen tijdens de les. Dat betekent dat één derde dit naar eigen zeggen niet doet. Bovendien vindt de helft van de leerlingen dat de docenten vaak of altijd goede uitleg geven tijdens de online lessen. Dit betekent dat de andere helft dit niet vindt. 

Een op de vijf leerlingen geeft aan thuis meer te leren dan op school en meer dan de helft benoemt dat zij thuis beter zelfstandig kunnen werken. Bijna de helft van de leerlingen geeft bovendien aan activiteiten voor school liever thuis te blijven doen, ook als de school elke dag open is. Dit gaat vooral over zelfstandige taken, zoals oefeningen of toetsen maken op de computer.

Ook uit de andere resultaten van de monitor komt naar voren dat er verschil is in kwaliteit van het geboden onderwijs en de ervaring van leerlingen. Een belangrijke conclusie is dat interactie tijdens de online les, uitleg over de leerstof die aansluit bij behoeften van de leerling en de mate van zelfstandigheid van de leerling van invloed zijn op een positieve ervaring met afstandsonderwijs. Maar dan nog hoeft dit niet voor alle leerlingen op dezelfde wijze te gelden. Om echt effectief afstandsonderwijs te bieden, zal onderwijs op maat geboden moeten worden.

Over de Monitor hybride onderwijs

Dankzij inspanningen van scholen, docenten, ouders en leerlingen is het onderwijs voor leerlingen in het voortgezet onderwijs op afstand of in hybride vormen doorgegaan in de periode maart tot en met zomervakantie 2020. Het onderwijs is zó georganiseerd dat het plaatsonafhankelijk gegeven kan worden met een mix van online en offline hulpmiddelen en passende didactiek. De ‘Monitor hybride onderwijs vo’ brengt in kaart hoe dit onderwijs in het voortgezet onderwijs is ingericht en hoe schoolleiders/ict-coördinatoren, docenten, ouders en leerlingen dit hebben ervaren.

De monitor is een ontwikkelinstrument en biedt input voor het gesprek op scholen, binnen besturen en op sectorniveau. Wat leren we van deze uitzonderlijke periode en wat betekent dit voor onderwijs in de toekomst en de rol van ict hierin? Scholen die hebben deelgenomen aan de monitor ontvangen een eigen schoolrapportage. Met deze rapportage kunnen ze op basis van ervaringen werken aan een blijvende verandering of zich voorbereiden op situaties waarin fysiek lesgeven (tijdelijk of deels) niet mogelijk is. Aan de Monitor hybride onderwijs in het vo deden 26 scholen in het voortgezet onderwijs mee. In totaal vulden 441 docenten, 38 schoolleiders / ict-coördinatoren, 3020 ouders en 1521 leerlingen de vragenlijst in om hun ervaringen te delen. Het onderzoek is uitgevoerd door KBA Nijmegen in opdracht van Kennisnet.

Download de monitor hybride onderwijs vo

De monitor is een ontwikkelinstrument en biedt input voor het gesprek op scholen, binnen besturen en op sectorniveau. Wat leren we van deze uitzonderlijke periode en wat betekent dit voor onderwijs in de toekomst en de rol van ict hierin?

pdf | 1.74 MB

Voorpagina van de publicatie Monitor hybride onderwijs

De onderwerpen waarover wij publiceren