Doorgaan naar hoofdinhoud
  • Trend
  • |
  • Technologische innovatie
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

De virtuele en fysieke wereld lopen steeds meer in elkaar over

De virtuele en fysieke wereld lopen steeds meer in elkaar over en dat heeft ook invloed op het onderwijs. Het is niet meer mogelijk deze werelden strikt van elkaar te scheiden: fysiek en virtueel beïnvloeden elkaar en ze versmelten tot één realiteit. Wat merken we nu al van deze trend en hoe kan de onderwijssector sturing geven aan deze ontwikkeling?

Wietse van Bruggen

Door Wietse van Bruggen

14 december 2023
11 minuten lezen

Virtuele en fysieke wereld: in het kort

  • Technologie verandert onze beleving van de wereld. We kunnen de tastbare, fysieke wereld anders gaan ervaren, bijvoorbeeld door technologische hulpmiddelen. Tegelijkertijd wordt het mogelijk om ook een virtuele wereld te betreden, waar en wanneer we maar willen. Het strikt scheiden van de twee werelden is niet meer mogelijk: elke dag merken we dat ze beïnvloeden. Ze versmelten tot één realiteit
  • Ook bij de combinatie van fysiek en digitaal onderwijs zie je deze versmelting. 
    Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden, maar het geeft ook wrijving. Kijk bijvoorbeeld naar de discussies over smartphones in het klaslokaal en ChatGPT: de ‘online’ wereld betreedt de ‘echte’ wereld en omgekeerd. Hoe moeten we goed onderwijs vormgeven in deze nieuwe, hybride realiteit? Bij nieuwe technologische ontwikkelingen moeten we doorlopend nadenken wat de impact is op het onderwijs. Dat is geen taak van alleen ict’ers, maar een vraagstuk voor de hele onderwijsorganisatie. 
  • Deze versmelting stelt het onderwijs voor een aantal belangrijke uitdagingen. We willen immers:
    • goed onderwijs (blijven) geven in deze nieuwe realiteit; mogelijkheden onderzoeken en oog hebben voor mogelijke nadelen 
    • zorgen dat leerlingen en studenten goed (blijven) functioneren in zo’n wereld en dat ze zichzelf kunnen ontplooien 
    • grip houden op de ontwikkeling en sturing geven, zodat de technologie een kant op beweegt die past bij onze onderwijswaarden. 
  • Daarvoor is het niet genoeg om de ontwikkeling van een afstand te volgen en te wachten wat deze ons gaat brengen. Deze trend waarbij de fysieke en virtuele wereld steeds meer één geheel vormen, vraagt om een proactieve houding ten opzichte van technologische innovatie. Dat is de enige manier om richting te geven aan technologie en de toepassing ervan.

Fysiek = virtueel = fysiek

© iStock

Wat zien we gebeuren in de maatschappij, wat betekent dit voor het onderwijs en welke beweging is nodig om sturing te geven aan deze ontwikkelingen? In onze trendanalyses over onderwijs en technologie zien we één constante: de fysieke en virtuele wereld komen steeds dichter bij elkaar. Het zijn niet langer twee werelden, maar ze versmelten tot één realiteit.

Fysiek en virtueel komen samen: een bredere maatschappelijke trend

We laten in een aantal voorbeelden zien: 

  • Hoe de virtuele wereld steeds sterker terug te vinden is in de fysieke wereld, waardoor we de fysieke wereld op een andere manier beleven. 
  • Hoe we de fysieke wereld juist steeds sterker terugzien in virtuele representaties. 

Zo komt de virtuele wereld de fysieke wereld binnen  

Een oud voorbeeld: de introductie van de Walkman door Sony zorgde ervoor dat je de wereld op een nieuwe manier kon beleven. Je kon voor het eerst zelf bepalen wat je hoorde – en wat verder niemand anders hoorde – terwijl je aan het rondlopen was.

Sony walkman

Met nieuwe technologie kun je de wereld op een andere manier beleven. De Walkman en zijn opvolgers zorgen er sinds de jaren 80 voor dat we onze persoonlijke achtergrondmuziek bij ons dagelijks leven kunnen bepalen.

© bron: commons.wikimedia.org

Met de smartphone kun je moeiteloos navigeren door de fysieke wereld, zelfs als je ergens voor het eerst bent. Daardoor beleef je een omgeving op een andere manier: misschien met minder aandacht omdat je niet meer zoveel hoeft te doen om op de juiste plek te komen. Of misschien juist met meer aandacht voor de omgeving, omdat je niet meer hoeft na te denken over de richting. 

Games zoals Pokémon Go leggen een virtuele laag over de fysieke wereld. Een bekende plek in een stad is niet alleen meer een historische plek, maar ook een plek waar bepaalde Pokémons ronddwalen. De wereld verandert in een game-omgeving.

Augmented reality (AR) heeft ook die eigenschap; het heeft de potentie om een constante laag over de werkelijkheid te leggen. Die kan informatief zijn, maar ook beeldend of met entertainmentwaarde. De technologie is nog verre van mainstream, maar er worden steeds meer devices ontwikkeld die deze richting opgaan. 

Er bestaat al zoiets als een virtuele paskamer waarin je mode kunt bekijken die bij je past. In de toekomst wordt het misschien zelfs mogelijk om die virtuele mode in de echte wereld te dragen (zichtbaar gemaakt via AR).

Zo pas je kleren. Van de paskamer tot augmented reality.

© Kennisnet

Zo komt de fysieke wereld de virtuele wereld binnen

We zien steeds vaker dat er een virtuele representatie is van objecten, mensen en machines in de fysieke wereld.

Zo kun je een simulatie maken van de verkeersstromen in een stad. Deze is dan virtueel te beïnvloeden om te kijken wat er gebeurt als je een bepaalde weg afzet. Met andere woorden: je probeert de fysieke wereld te analyseren in de virtuele wereld om beslissingen te nemen in de fysieke wereld.

Ditzelfde gebeurt ook met leerlingen. Door data te verzamelen van leerlingen die aan het oefenen zijn, proberen we een beeld te vormen van het leerproces van een leerling, gerepresenteerd in een dashboard. Al dan niet met behulp van kunstmatige intelligentie in een adaptief leersysteem om de data te analyseren, beslissingen te nemen en aanpassingen te doen. 

Met virtual reality (VR) kun je activiteiten en processen in de virtuele wereld oefenen voordat je ze gaat toepassen in de fysieke wereld. Op die manier ervaren leerlingen bijvoorbeeld de gevolgen van een verkeersovertreding of kunnen ze oefenen met sociale vaardigheden. 

In virtual reality kun je eindeloos oefenen met gevaarlijke situaties.

© Kennisnet

Met sensoren in een VR-bril kun je steeds meer gegevens over jezelf transporteren naar de virtuele wereld en hiermee een completere representatie van jezelf maken. Denk aan de weergave van je gezicht, je ogen en kijkrichting: ze kunnen zichtbaar worden op de avatar die ons representeert in de virtuele wereld. Onze fysieke en ook mentale eigenschappen belanden zo in de virtuele wereld.

Voor sommige mensen is de virtuele wereld een toevluchtsoord waar ze het gevoel hebben meer zichzelf te kunnen zijn

Huidige gebruiken en regels volstaan niet in hybride wereld

De versmolten realiteit is het resultaat van een wisselwerking tussen de fysieke en virtuele realiteit. De werelden beïnvloeden elkaar en scheppen een nieuwe orde. Technologie maakt dingen mogelijk waar de maatschappij mee moeten leren omgaan. We moeten ons tot deze nieuwe technologieën gaan verhouden. En dat gaat nog niet zonder slag of stoot: dat schuurt vaak.

Oude gebruiken en regels gaan knellen, ze passen niet goed meer. Er is een tijd sprake geweest van een publiek domein met min of meer algemeen geldende publieke waarden. Maar met de komst van die virtuele, digitale wereld zijn de verhoudingen veranderd. De oude publieke waarden die we belangrijk vinden, zijn daarmee niet meer vanzelfsprekend.

We noemen een paar voorbeelden.

Wat zijn de sociale omgangsvormen in zo’n versmolten realiteit? Er ontstaan nieuwe of aangepaste omgangsvormen. Het is bijvoorbeeld niet opzienbarend meer als iemand via social media (anoniem of niet) tekeer gaat tegen iemand anders. De vraag is dan: wat vinden we nog normaal en gelden in de virtuele wereld dezelfde regels als in de fysieke wereld? Of moeten we ze op een andere manier afdwingen en wie moet dat doen? Welke juridische regels gelden er en kunnen mensen in de fysieke wereld vervolgd worden als ze zich in de virtuele wereld niet aan de regels houden? 

Generatieve AI maakt het mogelijk om geautomatiseerd content te creëren. Met behulp van deze AI-systemen kun je op maat teksten en afbeeldingen maken. Deze ontwikkeling wekt zowel verwondering als huivering, ook in het onderwijs. In een ideaal (onderwijs)scenario wordt het hiermee mogelijk om lesmateriaal op maat te creëren voor leerlingen, op basis van bijvoorbeeld leesniveau en interesses. Maar we kunnen de impact van deze technologie moeilijk overzien, we hebben er geen grip op. En het dwingt ons opnieuw na te denken over creativiteit en auteursrecht.

Wanneer gaat dit gebeuren? Dit ís al de realiteit

Voor veel mensen en zeker ook leerlingen ís de versmolten realiteit al de realiteit. Virtueel en fysiek zijn voor hen niet gescheiden. Sociale relaties krijgen vorm via online platforms en de virtuele wereld vraagt via smartphones hun aandacht in de fysieke wereld.

Virtuele chats en echte gesprekken kunnen door elkaar heen lopen.

© Kennisnet

Wat is echt, wat is nep? We kunnen met nieuwe technologieën dingen maken die niet echt of echt gebeurd zijn, terwijl het onderscheid tussen ‘echt’ en ‘nep’ steeds lastiger te maken is. Deepfakes kunnen zo overtuigend zijn dat ze als waarheid worden aangenomen. Het opzetten van nep-socialmediacampagnes rond bijvoorbeeld verkiezingen is nu al realiteit; de virtuele wereld beïnvloedt op die manier het publieke domein en het debat.  

Tot slot speelt in deze nieuwe wereld iets fundamenteels: de virtuele wereld en de onderliggende infrastructuur worden gedomineerd door een handjevol grote partijen met een commercieel belang. Daarover later meer.

De rol en invloed van data

In deze versmolten realiteit gaan ontzettend veel data rond. Over mensen, over onze omgevingen, over objecten die in deze nieuwe wereld aanwezig zijn. Op basis van de data worden analyses gemaakt en beslissingen genomen.  

De datahonger bij organisaties en commerciële partijen is groot. De trend is dat de hoeveelheid data niet vanzelf zal afnemen maar juist toenemen.  

En die data zijn ook steeds intiemer. Denk aan biometrische gegevens over bewegingen bij virtual reality en augmented reality. Zelfs met gegevens van ‘anonieme’ VR-brillen is het vaak mogelijk om het gebruik van de bril te koppelen aan een persoon. Een volgende, nog ingrijpender stap in dataverzameling kan worden gezet in de neurotechnologie, als we een computer met onze gedachten kunnen gaan aansturen.   

Tegelijkertijd zien we een groeiend bewustzijn over de hoeveelheid data die er over ons wordt verzameld. Mensen die proberen bewust minder data te (laten) verzamelen over zichzelf. 

Dit zien we ook in de aankomende EU-wet- en regelgeving, waarmee we als maatschappij meer grip proberen te krijgen op deze ontwikkeling. Lees ons artikel over de AI-act. Ook hier zien we het schuren: kan er met wet- en regelgeving wel snel genoeg actie worden ondernomen? 

Toegang tot technologie en kansengelijkheid

Om te participeren in deze versmolten realiteit is technologie essentieel. Je hebt devices nodig en de benodigde software die op deze devices draait. Er gaat zoals gezegd ook veel data rond om in deze werelden te interacteren. Al deze zaken zijn niet voor iedereen vanzelfsprekend ter beschikking. Dit kan nadelig uitpakken voor kansengelijkheid.

Tegelijkertijd bieden nieuwe technologieën mogelijkheden voor méér toegang en participatie bij groepen die eerder achterbleven. Leerlingen met een visuele beperking kunnen bijvoorbeeld virtuele tools gebruiken om objecten in hun omgeving te omschrijven of om grafieken te omschrijven.

Digitale technologie: wie zit aan het stuur?

Digitale technologie in deze nieuwe realiteit lijkt in handen van een handjevol partijen. Deze partijen hebben daardoor een enorme invloed op deze wereld en ons publieke domein. Er is een groeiend gevoel van onbehagen over deze ontwikkeling en er is meer behoefte aan grip. Hoe we deze grip kunnen krijgen? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden.  

Sommigen zoeken de oplossing in technologieën waarbij de macht niet ligt bij een centrale partij, maar decentraal. Bijvoorbeeld in een datakluis waarvan mensen zelf de eigenaar zijn. Je geeft daarmee niet meer zomaar ‘je data weg’. Dat idee schuurt natuurlijk met de huidige belangen van techbedrijven of andere organisaties die onze data gebruiken. 

Wat is nodig in het onderwijs om de nieuwe hybride realiteit vorm te geven?

In dit artikel beschrijven we een wereld waarin de virtuele en fysieke werkelijkheid steeds meer in elkaar overlopen. In die wereld leven we nu, het is niet langer mogelijk om deze twee werelden van elkaar te scheiden.

De uitdagingen die bij deze trend horen, spelen in de gehele samenleving. Dan kan de neiging zijn om dit als een gegeven te beschouwen, zoals dat in het verleden vaak gebeurde met technologie: eerst even afwachten ‘wat het doet’ en dan kijken ‘of we er iets aan hebben’.

Deze houding adviseren we niet voor onderwijsorganisaties. Het is mogelijk om zelf de regie te pakken en richting te geven aan deze technologische ontwikkeling. Dat vraagt echter wel om een proactieve houding; zonder die houding zullen anderen bepalen hoe de wereld eruit komt te zien. Door actief bezig te zijn met technologische innovatie in je onderwijsorganisatie is het mogelijk om meer grip te krijgen op deze trend en meer richting te geven aan vernieuwing. 

  • Verdiep je in technologische trends en experimenteer ermee
  • Bekijk wat ze voor jou en je organisatie kunnen betekenen
  • Zoek zo nodig medestanders om de gewenste richting te geven aan een ontwikkeling

In onze andere trendartikelen gaan we dieper in de acties die je kunt ondernemen om meer regie te krijgen op technologische ontwikkelingen.

De onderwerpen waarover wij publiceren