Wat is adaptief toetsen?

Bij adaptief toetsen stemt het niveau van de toets zich tijdens het toetsen af op het niveau van de leerling. Wanneer een leerling een opgave (of een set van opgaven) afrondt, selecteert het systeem een volgende meest passende opgave (of set van opgaven). De selectie van opgaven gebeurt dus tijdens de afname, maar wel vanuit een database die eerder is samengesteld. Op die manier krijgt elke leerling een eigen toets en wordt de vaardigheid van de leerling efficiënt en nauwkeurig vastgesteld. Dat gebeurt aan de hand van een bepaald algoritme. Dit is een vooraf vastgestelde set regels voor de keuzes die een computer maakt op basis van de verkregen input.

Lerares neemt toets af bij leerlingen in het primair onderwijs
Adaptief toetsen wordt steeds meer ingezet in het onderwijs, ook in het primair onderwijs © Rodney Kersten/Kennisnet

Verschillende vormen van adaptiviteit

Een toets kan op verschillende manieren adaptief zijn. Dit hangt af van de gebruikte algoritmes en de manier waarop de database met opgaven wordt samengesteld. Drie vormen van adaptiviteit zijn: multistage testing, computer adaptive testing en het elo-rating systeem. Veel systemen maken gebruik van deze vormen (of een combinatie ervan).

1. Multistage Testing

Adaptief toetsen op basis van multistage testing (of branching). Dit betekent dat de computer het niveau van de leerling bepaalt op basis van zijn antwoorden op een set opgaven. Daarna legt de computer een nieuwe set opgaven aan de leerling voor, afgestemd op dat eerder bepaalde niveau. Daarvoor moet een omvangrijke database worden samengesteld met opgaven waar het systeem de sets uit kan selecteren. De moeilijkheidsgraad van de opgaven wordt van tevoren vastgesteld. De sets met opgaven worden vooraf samengesteld. De computer selecteert de set met opgaven die het correcte niveau heeft. Na een vastgesteld aantal opgaven eindigt de toets.

2. Computer adaptive testing

Bij computer adaptive testing (CAT) selecteert de computer telkens een volgende opgave op basis van de geschatte vaardigheid van de leerling op basis van het antwoord op een eerdere opgave. Het proces van aanbieden gaat net zolang door tot een vooraf bepaald niveau van meetprecisie is bereikt. Een metafoor die daarbij vaak wordt gebruikt is die van het hoogspringen. Om te bepalen hoe hoog iemand kan springen wordt de hoogte van de lat steeds een beetje aangepast op basis van de sprongen die hij maakt.

Ook voor deze vorm van adaptief toetsen moet een opgavendatabase beschikbaar zijn met opgaven waarvan kenmerken als moeilijkheidsgraad van tevoren zijn vastgesteld.

3. Elo-ratingsysteem

De Hongaarse schaker Arpad Elo is de bedenker van dit systeem. Schakers hebben vaak moeite om een tegenstander te vinden die echt aan hen gewaagd is. Te moeilijk is niet leuk, te gemakkelijk ook niet. Arpad Elo bedacht een getalsmatige aanduiding van de sterkte van een speler. Deze methodiek zorgt ervoor dat u een tegenstander kunt zoeken die ongeveer hetzelfde niveau heeft.

In het Elo-ratingsysteem wordt -in tegenstelling tot de andere vormen van adaptief toetsen – de moeilijkheid van de opgaven in de database niet van tevoren vastgesteld. Dit gebeurt tijdens het toetsen. Maakt een leerling de opgave goed (hij ‘wint’) dan gaat zijn rating op de vaardigheid omhoog. De rating van de opgave die hij maakt gaat omlaag. Op deze manier wordt de database samengesteld. Veel digitale oefenprogramma’s werken ook op deze manier. Door het registreren van de antwoorden die leerlingen geven, is het mogelijk inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de vaardigheid.

Omgaan met adaptief toetsen

Adaptief toetsen biedt veel kansen voor het onderwijs, bijvoorbeeld op het gebied van flexibilisering en maatwerk. Maar adaptieve systemen zijn nog volop in ontwikkeling. Naast bovengenoemde vormen van adaptiviteit zijn er nog verschillende andere (gemengde) vormen. Het is daarom goed als scholen zich informeren over de manier waarop adaptiviteit in een toets wordt toegepast. De manier waarop een toets in elkaar steekt zou namelijk geen ‘black box’ voor de leraar (en leerling!) moeten zijn.

Momenteel kunnen basisscholen kiezen uit vijf eindtoetsen van verschillende aanbieders, waarvan er 4 digitaal én adaptief zijn.

Deel deze pagina: Adaptief toetsen: dit moet u weten

Delen
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • E-mail