In 2002 had het onderwerp al haar interesse. Bij het toenmalige Instituut Leefwijze & Verslaving onderzocht Regina van den Eijnden het gebruik van internet bij leerlingen. Met de komst van de smartphones verschoof haar aandacht.
De laatste jaren staan bij haar onderzoek de gevolgen van het gebruik van sociale media centraal. Een van de vragen waar ze antwoord op wil vinden is in hoeverre overmatig gebruik van sociale media van invloed is op schoolprestaties en betrokkenheid bij school.
“Socialemediaverslaving krijgt, anders dan gameverslaving, weinig erkenning. Er is nog te weinig onderzoek gedaan om stellige uitspraken over dit nieuwe fenomeen te doen. Tegelijkertijd is er bij veel onderwijsprofessionals en ouders wel degelijk het vermoeden van een probleem. Ik zie het als mijn taak om hier langs wetenschappelijke weg beter zicht op te krijgen.”

Grote interesse vo-scholen
Van den Eijnden is 3 jaar geleden begonnen met een onderzoek naar de effecten van socialemediagebruik. Ze benaderde vo-scholen om mee te doen. De interesse was groot.
“Het onderwerp leeft sterk bij scholen. Ze weten niet goed hoe ze met het overmatige socialemediagebruik van leerlingen om moeten gaan. Welke gevolgen heeft het gebruik op individuele leerlingen? Maar ook: wat is het effect op de onderlinge relaties tussen leerlingen? Hoe ga je bijvoorbeeld om met online pestgedrag?”
Voorlopige conclusie
Van den Eijnden heeft inmiddels 3 keer een meting gedaan. De groep respondenten is in 3 jaar tijd gegroeid van 700 naar 2750 leerlingen. Leerlingen vulden een online vragenlijst in die ging over het socialemediagebruik, het functioneren op school en het psychisch en sociaal welbevinden.
Eén voorlopige conclusie wil Van den Eijnden wel prijsgeven: overmatig socialemediagebruik lijkt van invloed op de schoolprestaties. “We zijn begonnen met het volgen van jonge leerlingen; deze groep volgen we nu 2 jaar. We kunnen op basis hiervan constateren dat overmatig gebruik een negatief effect lijkt te hebben op de schoolcijfers van leerlingen van 12 tot 14 jaar.”
Effect op levenstevredenheid en sociaal functioneren
Volgens Van den Eijnden is er nog veel meer uit de bestaande data te halen. Ook wil ze graag het jaarlijkse onderzoek voortzetten. “De onderzoeksdata kunnen wellicht duidelijk maken of er risicogroepen zijn. Zijn vmbo’ers extra gevoelig voor mogelijk negatieve effecten, op bijvoorbeeld schoolcijfers, door overmatig socialemediagebruik? Meer dan havisten en vwo’ers?
Ook is het nuttig om te kijken naar het effect van overmatig socialemediagebruik op de levenstevredenheid van leerlingen en op hun sociaal functioneren. En, als er negatieve effecten zijn, komt dat dan doordat leerlingen te laat naar bed gaan, doordat ze worden afgeleid bij het maken van huiswerk of doordat ze zich ongemakkelijk voelen in de groepsapp van de klas?”
School en ouders in actie
Nadere analyse en onderzoek maken ook de weg vrij voor doordachte vervolgacties. Volgens Van den Eijnden wordt dan ook duidelijker welke rol de school en de ouders spelen. “Als we overmatig gebruik van sociale media willen voorkomen, moeten we goed kijken naar individuele kenmerken die het risico vergroten, zoals bijvoorbeeld impulsiviteit. Daar kun je als school tot op zekere hoogte rekening mee houden.”
“Maar ook het beïnvloeden van omgevingsfactoren, zoals het toezicht van ouders – mag de smartphone bijvoorbeeld mee naar de slaapkamer? – zijn belangrijk”, vindt Van den Eijnden.
Onderzoeksconferentie
Regina van den Eijnden was spreker op de Onderzoeksconferentie 2017 van Kennisnet waar zij dit onderwerp verder toelichtte.