Meteen naar de content
  • Uitleg
  • |
  • Ethiek
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

5 voorwaarden voor digitale inclusie in het onderwijs

Ieder kind en iedere jongere heeft recht op goed onderwijs. Inclusief onderwijs wil zeggen dat elke leerling en student mee kan doen en erbij hoort. Dus ook leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften, zoals bij een beperking, mentale problemen, ziekte, een moeilijke thuissituatie of een achtergrond als nieuwkomer. In dit artikel beschrijven we vijf voorwaarden om te komen tot digitale inclusie op jouw school.

Lotte Dondorp
Remco Pijpers

Door Lotte Dondorp, Erwin Bomas, Remco Pijpers

17 mei 2023
10 minuten lezen

Digitale inclusie wil zeggen dat elke leerling en student ook in de digitale wereld erbij hoort en mee moet kunnen doen. Digitale hulpmiddelen kunnen inclusie versterken. Leerlingen en studenten die tijdelijk niet naar school kunnen, krijgen op afstand toch les. Leerlingen en studenten met een visuele beperking kunnen dankzij voorleesfuncties beter meedoen. Hoogbegaafde leerlingen en studenten blijven meer betrokken dankzij de extra uitdaging die digitale middelen bieden.  

Maar het is niet vanzelfsprekend dat iedereen de kansen van digitalisering kan benutten. In het artikel ‘Gelijke kansen en digitalisering? Toegang is niet genoeg’ lieten we zien dat gelijke kansen bij digitalisering beginnen bij toegang tot devices en internet. Maar alleen toegang is voor digitale inclusie niet genoeg. Veel leerlingen hebben niet genoeg digitale vaardigheden om goed deel te nemen aan de online wereld. Websites of online video’s zijn niet altijd goed aangepast voor leerlingen met visuele of motorische beperkingen. En niet elke leerling of student voelt zich thuis in de digitale omgeving van de school. Voor digitaal inclusief onderwijs houd je rekening met verschillen tussen leerlingen en studenten, en betrek je iedereen erbij.  

Er zijn vijf voorwaarden voor digitale inclusie in het onderwijs:

  1. digitale hulpmiddelen
  2. geschikte devices en connectiviteit
  3. toegankelijkheid
  4. digitale vaardigheden
  5. digitale omgeving voor iedereen
Model voor digitale inclusie: toegankelijkheid, digitale hulpmiddelen, digitale vaardigheden, geschikte devices en connectiviteit, digitale omgeving voor iedereen

De vijf voorwaarden voor digitale inclusie in het onderwijs.

1. Digitale hulpmiddelen

Digitale hulpmiddelen laten leerlingen en studenten met specifieke ondersteuningsbehoeften eenvoudiger deelnemen aan het onderwijs. Doordat de technologie een deel van de ondersteuning door de leraar overneemt, ontstaan er meer mogelijkheden voor specifieke groepen leerlingen en studenten om mee te doen met het regulier onderwijs. Denk aan ondersteuning met een brailleleesregel voor slechtziende leerlingen of studenten, software met een meeleescursor voor leerlingen of studenten met dyslexie, of apps waarin een avatar tekst uit kinderboeken vertaalt naar gebarentaal. De ondersteuningsmogelijkheden met technologie veranderen snel en worden steeds beter afgestemd op de behoeften van de gebruiker. Professionals in het speciaal onderwijs verwachten veel van de mogelijkheden die AI biedt. 

Digitale technologie maakt het mogelijk om les op afstand te geven. Dit versterkt inclusie. Zo kunnen leerlingen in krimpgebieden toch dat keuzevak dat ze zo leuk vinden volgen, door online mee te doen bij een andere school. Leerlingen die van huis uit minder ondersteuning krijgen, kunnen met digitaal materiaal extra oefenen buiten school. En leerlingen en studenten die (tijdelijk) niet naar school kunnen blijven onderdeel van hun klas, doordat zij online mee kunnen doen. In het artikel Digitale hulpmiddelen verbinden zieke leerlingen met de klas lees je hoe dit in de praktijk werkt.

Er zijn ook digitale toepassingen die begrip en empathie onder medeleerlingen en -studenten kunnen vergroten. Zo kunnen leerlingen in virtual reality of serious games ervaren hoe het is om je weg te vinden met een licht verstandelijke of visuele beperking.   

Reflectievragen digitale hulpmiddelen

  • Welke specifieke ondersteuningsbehoeften hebben leerlingen/studenten op onze school? Zijn er digitale hulpmiddelen beschikbaar die hen beter bij het leren en deelnemen aan de lessen kunnen betrekken? 
  • Zijn er digitale oefenprogramma’s beschikbaar voor leerlingen die van huis uit minder ondersteuning krijgen? 
  • Is het mogelijk om bepaalde leerlingen/studenten met digitale les op afstand weer of beter bij het onderwijs te betrekken? Bijvoorbeeld als zij lang ziek thuis zitten, of als zij een keuzevak willen volgen op een andere school? 
  • Zijn er digitale middelen waarmee wij begrip en empathie onder medeleerlingen/-studenten kunnen vergroten? 

Tips/meer lezen over digitale hulpmiddelen

  • De stichtingen DediconKoninklijke Visio en Bartiméus maken tekst en beeld leesbaar, zichtbaar, hoorbaar of voelbaar voor mensen met een visuele beperking. 
  • Simea is het samenwerkingsverband van alle instellingen die onderwijs en zorg voor kinderen en volwassenen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of doof of slechthorend zijn. 
  • Tools als KlasseContact en AV1 laten zieke leerlingen vanuit huis toch deelnemen in de klas.
  • Bij Les op afstand vind je verschillende – ook digitale – initiatieven die mogelijk helpend kunnen zijn voor (dreigende) thuiszitters. 
  • Leraren kunnen via Wikiwijs open leermateriaal vinden, maken en delen voor speciale doelgroepen, zoals emb.wikiwijs.nl voor ernstig meervoudig beperkte leerlingen. Binnen het programma Impuls Open Leermateriaal werken leden van het netwerk Gespecialiseerd Onderwijs samen om open leermateriaal voor leerlingen met een gespecialiseerde onderwijsbehoefte te ontwikkelen, in te zetten en te delen.  

2. Geschikte devices en connectiviteit

Onderwijs wordt steeds digitaler. Elke leerling en student heeft daarom toegang nodig tot de digitale wereld. De coronacrisis liet zien dat verschillen tussen leerlingen of studenten kunnen toenemen als zij online niet mee kunnen doen. Een goed werkend device is een belangrijke voorwaarde voor digitale toegang. Bijvoorbeeld een laptop of tablet. Devices vallen nog niet onder de Wet gratis schoolboeken. Als ouders geen laptop of tablet aanschaffen voor hun kind, moet de school voor een goed alternatief zorgen.   

Leerlingen en studenten hebben ook goed werkend internet nodig. Zowel op school als thuis. Zo kunnen zij meedoen aan huiswerkopdrachten of bij afstandsonderwijs. Niet elke leerling of student heeft thuis goed werkend internet. De school kan zorgen voor goede leerplekken waar leerlingen of studenten kunnen werken, of een regeling treffen voor internet thuis. 

Checkvragen geschikte devices en connectiviteit

  • Is er een regeling voor internet bij leerlingen/studenten thuis? Of biedt de school goede werk- en leerplekken voor leerlingen/studenten die thuis geen (goed werkend) internet hebben?  
  • Moeten ouders een laptop of tablet zelf kopen? Kan elke ouder dit wel betalen?
  • Is er een regeling voor leerlingen of studenten zonder laptop of tablet? Zijn er ondersteuningsmogelijkheden voor ouders? 

Tips/meer lezen over devices en connectiviteit

  • Stichting Leergeld ondersteunt ouders met geldproblemen bij het aanschaffen van laptops en tablets. Veel gemeenten hebben hier ook voorzieningen voor.

3. Toegankelijkheid 

Iedereen moet mee kunnen doen, ook bij digitaal onderwijs. Het is daarom belangrijk om informatie op verschillende manieren aan te bieden. Kunnen leerlingen of studenten met extra ondersteuningsbehoeften ook met de digitale middelen overweg? Bijvoorbeeld als zij slechtziend, kleurenblind of slechthorend zijn, of een verstandelijke beperking of dyslexie hebben?

Toegankelijkheidseisen helpen ontwikkelaars, schrijvers en redacteuren om digitaal materiaal voor verschillende doelgroepen begrijpelijk te maken. Bijvoorbeeld door met voldoende contrast te werken, bijschriften bij plaatjes of video’s met audio toe te voegen, of te zorgen dat ook leerlingen met een motorische beperking mee kunnen doen met een didactisch klik- en sleepspelletje. Maar de ontwikkelaars dragen die verantwoordelijkheid niet alleen. Ook scholen moeten hier rekening mee houden. Bijvoorbeeld bij de inkoop van leermaterialen, of bij het inzetten van eigen leermaterialen of online lessen. 

Checkvragen toegankelijkheid

  • Kunnen al onze leerlingen/studenten overweg met de digitale middelen die wij inzetten? 
  • Voldoen de digitale middelen die wij gebruiken aan de toegankelijkheidseisen?  
  • Nemen wij de eisen expliciet mee bij ontwerp en inkoop? 
  • Vragen wij leerlingen/studenten naar hun ervaringen met de middelen die wij inzetten? 
  • In hoeverre hebben onze medewerkers kennis over digitale toegankelijkheid? 

Tips/meer lezen over toegankelijkheid

  • Op de website digitoegankelijk.nl van BKZ is uitgebreide informatie beschikbaar over toegankelijkheidseisen. De website biedt ook praktische toegankelijkheidstips.
  • Op de website inclusiefpubliceren.nl is te zien welke uitgevers het ABC Handvest hebben ondertekend en zich zo verbonden hebben aan het doel om digitale publicaties voor iedereen toegankelijk te maken.
  • Universal Design for Learning (UDL) is een set ontwerpprincipes om leermateriaal zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij verschillende typen lerenden.

4. Digitale vaardigheden 

Er zijn grote verschillen in digitale vaardigheden tussen de leerlingen en studenten met verschillende achtergronden op verschillende type scholen. Leerlingen met een lagere sociaal-economische status scoren slechter op digitale geletterdheid. Leerlingen en studenten met extra ondersteuningsbehoeften lopen in de digitale wereld bovendien tegen nieuwe uitdagingen aan. Zij hebben extra aandacht nodig op dit gebied. Leerlingen met een verstandelijke beperking zijn bijvoorbeeld extra kwetsbaar voor oplichting en online pesten.  

Werken aan goede digitale vaardigheden en digitaal burgerschap op school is van groot belang voor een inclusieve samenleving. Een goede basis in taal en rekenen is hier een belangrijke voorwaarde voor. Werken aan digitale geletterdheid hoeft niet per se (alleen) met digitale middelen te gebeuren. Het voeren van gesprekken over de digitale wereld en het stimuleren van reflectie is vaak effectiever.  

Ook de vaardigheden van leraren doen ertoe. Een digitaal vaardige leraar kan ict inzetten om zijn onderwijs beter te maken. Bovendien kan een digitaal vaardige leraar leerlingen of studenten beter begeleiden bij het ontwikkelen van digitale vaardigheden en digitaal burgerschap. 

Checkvragen digitale vaardigheden en burgerschap

  • Hoe schatten wij de digitale vaardigheden onze leerlingen/studenten in? En kunnen zij zich straks redden als burgers in een digitale wereld? Wat betekent dit voor bijvoorbeeld beschikbare bronnen, schermtijd, inzet van smartphones?
  • Werken wij aan digitale vaardigheden en digitaal burgerschap van leerlingen/studenten, en zo ja hoe? 
  • Rond digitaal burgerschap regelen overheid en instanties veel voor leerlingen en studenten met een extra ondersteuningsbehoefte, maar in hoeverre maakt hen dit afhankelijk? Wat is de juiste balans?
  • Besteden wij aandacht aan digitale geletterdheid bij andere vakken, bijvoorbeeld bij taalvakken, rekenen of wiskunde?
  • In hoeverre hebben wij digitale geletterdheid en digitaal burgerschap structureel in ons curriculum ingebed?
  • In hoeverre werken wij aan de ict-bekwaamheid van leraren?

Tips/meer lezen over digitale vaardigheden en burgerschap

  • Het Handboek digitale geletterdheid helpt scholen om digitale geletterdheid in het curriculum te integreren.

5. Digitale omgeving voor iedereen

Op school moet elke leerling en student mee kunnen doen en zich betrokken voelen. In de fysieke, maar ook in de digitale omgeving. Dat betekent dat de school in de gaten houdt of leerlingen/studenten niet digitaal worden buitengesloten. Bijvoorbeeld door digitaal pesten tegen te gaan. Door na te gaan of mogelijk gebruik van data of algoritmes niet leidt tot vooroordelen. Of door ervoor te zorgen dat het digitale lesmateriaal inclusief is. Inclusief lesmateriaal laat leerlingen/studenten in aanraking komen met diverse inhoud, bijvoorbeeld op het gebied van religie, etniciteit en seksualiteit.

Digitaal open leermateriaal biedt veel mogelijkheden voor een gevarieerde en inclusieve leerinhoud. Ook de digitale communicatie van de school vraagt aandacht. Bijvoorbeeld als niet alle ouders het Nederlands goed beheersen of onvoldoende digitaal geletterd zijn. Ten slotte is het belangrijk dat leerlingen, studenten en ouders ook buiten de digitale omgeving mee kunnen blijven doen.

Checkvragen digitale omgeving voor iedereen

  • Werken wij actief aan een veilige digitale omgeving voor leerlingen, studenten en medewerkers? 
  • Gebruiken onze digitale systemen AI of algoritmes en zijn deze met representatieve datasets getraind, zonder vooroordelen?  
  • Maken onze systemen profielen van leerlingen/studenten en wat is daar de rechtvaardiging voor? 
  • Zorgen wij ervoor dat beslissingen met gevolgen voor leerlingen altijd door mensen en nooit alleen door computersystemen worden genomen? 
  • Hebben wij een protocol tegen digitaal pesten?
  • Zorgen wij voor diverse content, bijvoorbeeld op het gebied van religie, etniciteit, seksualiteit en gender? 
  • Kan iedereen onze digitale communicatie volgen? Bieden wij bijvoorbeeld vertaalmogelijkheden bij de digitale nieuwsbrief? 
  • Communiceren wij ook buiten de digitale omgeving? Hoe communiceren wij met ouders die digitaal niet goed meekomen? 

Tips/meer lezen over digitale omgeving voor iedereen

  • In de brochure ‘Sociale veiligheid op school en internet’ van Kennisnet uit 2015 staan veel tips die ook nu nog bruikbaar zijn.

Digitale inclusie in het onderwijs versterken

Digitalisering is niet meer weg te denken uit het onderwijs. Met de vijf voorwaarden kunnen scholen digitalisering benutten voor inclusiever onderwijs en inclusie ook in de digitale wereld van de school versterken. Dit is geen eenvoudige opgave en vergt werk van elke organisatie. Nieuwe digitale technologieën ontwikkelen zich snel en dat vraagt blijvend om aanpassingsvermogen, maar biedt ook veel kansen om leerlingen en studenten beter aan het onderwijs deel te laten nemen.  

Wat kun je als school(bestuur) doen? Een belangrijke start is ruimte maken voor het gesprek over digitale inclusie aan de hand van de voorgaande reflectievragen. Of je kunt de vijf voorwaarden voor digitale inclusie inzetten bij de inkoop van leermiddelen of gebruiken bij gesprekken met leveranciers om de ontwikkeling van digitale technologie te sturen.  

Verder helpt het om hierin samen op te trekken, bijvoorbeeld via de coöperatie SIVON of door best practices met elkaar te delen.

Praktijkvoorbeelden van digitale inclusie:

Digitale hulpmiddelen verbinden zieke leerlingen met de klas

Ook zieke kinderen hebben recht op onderwijs. Daarom zijn scholen verplicht onderwijs te regelen voor langdurig zieke leerlingen. Met behulp van digitale middelen kunnen ze bij hun klas betrokken blijven.
Digitale hulpmiddelen verbinden zieke leerlingen met de klas

Hoe AI de toegankelijkheid vergroot voor leerlingen met een beperking

Bartiméus volgt de ontwikkeling van AI-tools op de voet, vanwege de kansen die kunstmatige intelligentie biedt voor hun doelgroep: leerlingen met een visuele beperking.
Hoe AI de toegankelijkheid vergroot voor leerlingen met een beperking

De onderwerpen waarover wij publiceren