>> Beluister direct de hele podcast

Burgerschap is altijd al een thema in het onderwijs geweest. “Het onderwijs is er onder meer om te socialiseren”, zegt Jan Faber, MT-lid bij de MBO Raad. De vraag bij de beroepsopleidingen is: moet burgerschap een vak zijn zoals banketbakken, lassen of verplegen? Of is het bijzaak? “Waar je het accent moet leggen, is niet altijd duidelijk geweest. We horen nu meer geluiden dat we opleiden voor een plek in de maatschappij. Dat vinden we steeds belangrijker, maar er wordt ook gesignaleerd dat dat nog niet altijd even goed gaat. Democratisering neemt af. Onderzoekgestuurde data leiden tot de vraag: kunnen we niet wat meer doen?” 

Jan Faber
Jan Faber, MT-lid bij MBO-Raad.

ROC Friese Poort heeft een heldere visie op wat burgerschaponderwijs inhoudt en wat digitaal burgerschap daaraan toevoegt. “Ook wij voeren de discussie of het op zichzelf staat of dat het verweven moet worden met de andere dimensies”, zegt Jeroen de Boer. “Niet alle burgerschapdocenten zijn er even enthousiast over. Dus je kunt wel een visie hebben, toch is er nog die struggle over wat de beste manier is om het te doen.”  

De Boer vindt politiek of verkiezingen uitstekende aanknopingspunten om ook de digitaliseringscomponent van burgerschap op de agenda te zetten. “Bij Friese Poort hadden we de Data Detox Kit. Een methode om je digitale gezondheid, je digitale privacy en je digitale veiligheid en kennisniveau van desinformatie naar een hoger plan te krijgen. Samen met oud-collega Renze Tjoelker heb ik gekeken hoe burgerschapdocenten de kit specifiek rond verkiezingen kunnen inzetten. Om met studenten vragen te beantwoorden als: welke rol speelt het verzamelen van data, welke rol privacy? We willen kijken of dit soort haakjes een manier zijn om stapsgewijs digitaal burgerschap te verweven in het onderwijs. Het kan niet in één keer.” 

Inspringen op de actualiteit

Docenten die burgerschap geven op het mbo zijn deels opgeleid als docent maatschappijleer of geschiedenis. Een groter deel is niet opgeleid. “Dat zijn docenten van andere vakken die affiniteit met het onderwerp hebben en er goed in zijn om het gesprek met studenten aan te gaan”, legt Faber uit. “Andere docenten vinden dat lastig. Er zijn best veel onderwijsteams die kiezen voor het inkopen van een methode. Je koopt een boek en je hebt een jaar lang een uur per week onderwijs. Da’s jammer, want dan laat je de creativiteit en mogelijke verdieping los om de methode te volgen. We hopen het komende jaar te werken aan de professionalisering van docenten, op allerlei niveaus, zeker op digitalisering, waarbij ze het verrijkende deel van het onderwijs op basis van actualiteit en toolkits kunnen verbeteren.”

Burgerschaponderwijs kun je in een vak stoppen, maar het is mooier als het een onderdeel is van je hele programma

Jaap van Gils, aanvoerder van de werkgroep Digitaal burgerschap ict, wil het nog veel groter maken. “Burgerschaponderwijs kun je in een vak stoppen, maar het is mooier als het een onderdeel is van je hele programma. Om in het vak waar je als student mee bezig bent, te zien hoe burgerschap verweven is in de digitale wereld. Dat maakt het nog veel ingewikkelder.” Elke docent moet eraan meedoen, beaamt Faber. “De opdracht is breed voor iedereen en dat maakt hem ook complex.” 

Jaap van Gils
Jaap van Gils, aanvoerder werkgroep Digitaal burgerschap, docent ict Techniekcollege Rotterdam.

Leergang digitaal burgerschap

Van Gils zegt de bredere opdracht te bewerkstelligen door bij besturen op visievorming aan te dringen en docenten die hier al enthousiast over zijn, of teams die ermee aan de slag willen, te faciliteren. “Er zijn mooie voorbeelden van scholen waar dit al goed gaat. Het Van Noorderpoort College heeft hier bijvoorbeeld een leergang voor gemaakt. Die hebben tien weken lessen over digitaal burgerschap voor bijna alle studenten. Maar er zijn ook scholen die het veel meer integreren, zoals Friese Poort. Edulab van ROC van Twente heeft een heel mooie menukaart voor digitaal burgerschap, zodat je als enthousiaste docent of team ermee aan de slag kunt. Er zijn dus mogelijkheden voor docenten om ermee aan de slag te gaan, maar het vraagt zeker ook wat van besturen.” 

Waarschijnlijk gaat het ministerie binnenkort werken aan wetgeving voor onder andere de definiëring van de richtlijnen voor burgerschap in de leerdoelen. Misschien krijgt digitalisering daarin ook een plek. Er zijn vier dimensies benoemd, vertelt Faber. “Omgaan met geld – wat is belasting, wat is een CAO?; omgaan met democratie en medezeggenschap; omgaan met andere culturen en geloven. En dan is er nog een sociale en een gezondheidsdimensie. In al die thema’s zit iets digitaals. Jongeren zijn de hele tijd in die digitale wereld en gebruiken daar hulpmiddelen. Of het nou gaat om het gebruik van je smartwatch voor het meten van je slaapritme, het gebruik van je telefoon voor het doen van belastingaangifte, of op internet opzoeken wat het Suikerfeest nou precies is.” 

Van normen opleggen naar een dialoog voeren

Veel ouderen denken dat jongeren totaal niet bezig zijn met hun privacy of democratisering. “Wij bedenken als heren op leeftijd hoe we dat bij die kinderen en jongeren tussen de oren moeten krijgen”, zegt gespreksleider De Jong. “Moeten we dat niet loslaten en gewoon denken: we leiden op tot een beroep, dat is goed genoeg? Ze vinden vanzelf wel hun weg. Zijn we niet stiekem ons eigen normatieve kader aan die jongeren aan het opleggen?” Van Gils adviseert studenten als gelijkwaardige gesprekspartners te zien. “Dan is het mogelijk om tot elkaar te komen, in een gesprek.” Uitwisselingen over elkaars leefwereld blijven belangrijk.  

Vaak blijkt dat hoe studenten denken over digitalisering niet veel verschilt van het wereldbeeld van volwassenen hierover

Faber brengt de discussie op het element kritisch denken in lessen burgerschap. “Dat is toegevoegd met het idee dat docenten nadrukkelijker kritische vaardigheden meegeven aan studenten. Niet om te zeggen hoe het moet, maar om ze te leren kritisch na te denken over keuzes die ze maken. Een paar jaar geleden was er bijvoorbeeld een discussie over de Sleepwet, waarbij de overheid iedereen mag afluisteren en waar veel mensen tegen zijn. Wat vind je daarvan? Daar ga je over in gesprek. Waarom ben je tegen en waarom heb je er geen problemen mee dat commerciële bedrijven via Google en Facebook met je data aan de haal gaan?” 

Generatieverschil

Vaak blijkt dat hoe studenten denken over digitalisering helemaal niet zoveel verschilt van het beeld van volwassenen hierover. De Boer haalt een project aan met oud-studenten van Friese Poort: ‘What the future wants’. “Door heel Europa zijn daarvoor gesprekken gevoerd met jongeren over hoe zij aankijken tegen digitalisering. Een groot deel van de studenten zei dat ze desinformatie heel gevaarlijk vinden. Een student van 17 zei: ‘Mijn zusje van 14 weet echt niet hoe die wereld in elkaar zit, die trapt overal in.’ Voor hen is dat generatieverschil een paar jaar, waar dat voor ons veel groter is. Ze gaven aan dat ze dat meisje zouden willen onderwijzen, of – als ze daartoe in staat zouden zijn – de systemen zouden willen aanpassen. Wij hadden het idee dat eerstejaars studenten ict daar niet mee zouden komen. Maar die jongens denken daar dus wél over na. Dat zijn superprogressieve gedachtes die je een plekje moet geven binnen je school. Laat ze maar aan de gang gaan.” 

Beluister de hele podcast over digitaal burgerschap en het curriculum.

Deel deze pagina: Hoe geeft het mbo digitaal burgerschap een plek in het curriculum?

Delen
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • E-mail