- Uitleg
- |
- Artificial intelligence
- |
- po
- vo
Aandachtspunten bij de ontwikkeling van je curriculum en de invloed van AI
Door de komst van AI kan het zijn dat je je afvraagt of je leerlingen nog wel leren wat ze moeten leren en of het nodig is je curriculum aan te passen. Maar curriculumvernieuwing is een complex proces. Pak je dit ondoordacht aan? Dan kan dat leiden tot een curriculum dat niet aansluit op de praktijk. We beschrijven hier waar je rekening mee moet houden als je je curriculum gaat aanpassen voor het inzetten van AI.

Door Michel Cents

1. Curriculumontwikkeling is een continu proces
De ontwikkeling van een curriculum gaat over veel meer dan een document maken waarin staat wat leerlingen moeten leren. Curriculumontwikkeling is een proces waarin je samen nagaat hoe je betekenis geeft aan je onderwijs. Je bepaalt met je team wat je belangrijk vindt, waarom leerlingen moeten leren wat ze leren en hoe je zorgt dat ze dat doen. Wil je AI gaan inzetten op school? Dan is dat dus niet een kwestie van een alinea toevoegen aan je leerdoelen. Je moet met je team doorgronden wat je belangrijk vindt en welke consequentie de verandering van één onderdeel van het curriculum heeft voor de rest van je onderwijs.
Voorbeeldvragen
Om je te helpen een start te maken met het aanpassen van je curriculum voor de inzet van AI hebben we een aantal voorbeeldvragen geformuleerd die je met elkaar kunt beantwoorden.
- Wat vinden wij belangrijk? In hoeverre past AI bij de manier waarop we willen dat onze leerlingen opgroeien, zich ontwikkelen en zich voorbereiden op hun rol in de maatschappij?
- Waarom leren leerlingen dit? Hoe dragen wij bij aan de vorming van kinderen tot volwassenen die zelfstandig kunnen oordelen en handelen, ook in een steeds meer digitale samenleving?
- Wat moet daarvoor veranderen in onze aanpak? AI biedt gemak, efficiëntie en maatwerk. Maar hoe bewust zijn we als team van die verleiding? En hoe zorgen we dat ons pedagogische kompas zichtbaar blijft in de manier waarop we daarmee omgaan?
2. Curriculaire spinnenweb
Een veelgebruikte manier om een curriculum te visualiseren is het curriculaire spinnenweb van van den Akker. Het spinnenweb is een model met een kern en negen draden die samen de 10 onderdelen van het curriculum vormen. Het spinnenweb maakt duidelijk dat als je één onderdeel van het model verandert – bijvoorbeeld door AI toe te gaan passen bij leeractiviteiten – je ook iets moet doen met de andere draden oftewel onderdelen van het curriculum. Anders scheurt het web. Een aanpassingen van leeractiviteiten heeft bijvoorbeeld ook gevolgen voor de rol van de docent, toetsvormen en de manier waarop leerlingen samenwerken.
Voorbeelden van impact op het curriculum door AI
Wat kan een aanpassing van één onderdeel in het curriculum door de inzet van AI betekenen voor de rest? We laten het zien aan de hand van drie voorbeelden:
- Constructieve afstemming tussen doelen, activiteiten en toetsing
Sta je het gebruik van AI toe bij huiswerkopdrachten op basis van de doelen in het curriculum? Dan moet je ook kritisch naar de leeractiviteiten kijken en de manier waarop je toetst. Zo zal je leerlingen bijvoorbeeld moeten vragen denkstappen zichtbaar te maken en aan te geven hoe ze AI gebruikt hebben. Je zal ze ook moeten leren hoe ze dit moeten doen. Je zal misschien meer mondeling moeten gaan toetsen. Om na te gaan of leerlingen de stof echt zelf begrijpen. - Veranderende rol van de docent en het werken met bronnen en materialen
Ga je als leraar meer gaan onderzoeken en ontwerpen met AI? Dan heeft dit niet alleen gevolgen voor de rol van de leraar, maar ook voor je leermiddelen en je leermiddelenbeleid. Waar je eerst misschien vooral afhankelijk was van een onderwijsuitgever, word je dat in dit geval mogelijk van een AI-tool. En dat brengt risico’s en implicaties met zich mee die we nu nog niet eens allemaal kunnen overzien. Dat vraagt ook om andere vaardigheden van leraren. - Differentiatie in groeperingsvormen, leeromgeving en tijd
Zet je een AI-tutor in om bijvoorbeeld tijd- en plaatsafhankelijk leren mogelijk te maken? Dan betekent dat ook iets voor groeperingsvormen. Het zou bijvoorbeeld kunnen leiden tot meer indivualisering en minder collectief leren.
3. Toepasbaarheid in de praktijk
Juist bij AI vliegen de toekomstvisies en droomscenario’s je om de oren. Maar als je AI succesvol wil inzetten in je onderwijs moet je eerst uitgaan van de bestaande situatie. Wat werkt al? Wat wringt? Waarom wringt het? Wat is haalbaar? Zonder te onderzoeken hoe je er nu voor staat, is de kans groot dat de verandering die je beoogt in de praktijk niet haalbaar is. Onder andere doordat het niet is afgestemd op bestaande organisatorische structuren of werkwijzen. Wil je bijvoorbeeld digitale geletterdheid, waaronder AI, centraal stellen in je onderwijs door het te integreren in bestaande vakken? Dan moet je wel eerst inventariseren welke vakken zich daarvoor lenen en onderzoeken hoe je dit kunt doen. Doe je dit niet? Dan is de kans groot dat het mislukt en dat het draagvlak voor andere vernieuwingen afneemt.
4. Afweging tussen individueel en collectief leren
Als het gaat over de voordelen van AI voor het onderwijs gaat het al snel over de mogelijkheden die het biedt om gepersonaliseerd te leren. Denk aan leerdoelen op maat, persoonlijke reflectie en individuele leerpaden. Deze individuele leertrajecten met AI staan op gespannen voet met het sociale aspect van leren. Leerlingen ontwikkelen zich namelijk ook in relatie tot anderen. Te veel individualisering kan negatieve gevolgen hebben als eenzaamheid, stress en het verlies van een gedeeld referentiekader. Zorg er bij de ontwikkeling van je curriculum dus voor dat je rekening blijft houden met die balans. Aandacht voor verschillen tussen leerlingen en persoonlijk behoeften is heel mooi, maar blijf daar collectieve leerervaringen als gezamenlijke instructie, klassikaal leren en samen oefenen tegenoverstellen.
5. Tijd en ruimte voor professionalisering
Hou er rekening mee dat je geen curriculum kunt vernieuwen zonder ook te investeren in de professionele ontwikkeling van je team. Dat geldt zeker ook als je je buigt over de toepassing van een technologie als AI. Begrip van wat AI is, is essentieel om het te kunnen toepassen. Zorg er daarom voor er tijd en ruimte is om te leren er is en doe dit ook met elkaar. Ontwerp samen lessen met AI, observeer elkaar, geef feedback en ga samen wanneer AI wel en niet iets toevoegt.
Steek als schoolleider zelf tijd in dit onderwerp. Leerlingen voorbereiden op wat ze tegenkomen als ze de school verlaten, hoort bij je prioriteiten.
6. Schoolleiders en teams zijn de motor
De overheid stelt weliswaar de kaders, maar de ontwikkeling van een curriculum gebeurt op school. Je kunt hierbij niet uitgaan van één enthousiaste leraar die ermee aan de slag gaat en de rest van het team mee op sleeptouw neemt. Het vraagt om een schoolleider die inhoudelijk sterk is en begrijpt wat er voor curriculumontwikkeling nodig is, een team dat samen keuzes maakt, reflecteert en bijstuurt en een doordacht proces met een bijbehorend plan. Je kunt hierbij bijvoorbeeld werken via zogeheten backwards design. Waarbij je uitgaat van wat je wil bereiken en toewerkt naar de inhoud en onderwijsactiviteiten die daarvoor nodig is. Zo blijf je continu scherp houden waar je wil uitkomen. Als schoolleider ben je altijd eindverantwoordelijk voor het proces. Juist bij een onderwerp als AI is deze rol belangrijk. Ontwikkelingen zijn snel en grillig en dat vraagt soms om het ad hoc durven maken van scherpe keuzes.
Lees verder
Onderdeel van de ‘Handreiking AI voor scholen’
