Binnenkort wordt digitale geletterdheid opgenomen in de curricula en eindexamens van vrijwel alle vakken. Reden: “Als je niet weet hoe de digitale werkelijkheid in elkaar steekt, kun je niet meer goed meedoen in onze samenleving.” Wat vraagt digitale geletterdheid van scholen? Een trainingsdagje voor leraren is niet genoeg.
De hoeveelheid informatie die wij elke dag te verwerken krijgen, jong en oud, is enorm toegenomen sinds we het digitale kanaal hebben ontdekt en ingezet. Daar wijs mee omgaan is essentieel. Een vergunning aanvragen bij de gemeente, een zorgdeclaratie indienen, veilig online bankzaken regelen. Vijftien jaar geleden hebben we als publieke sector besloten dat we dat zoveel mogelijk digitaal doen. We leven in een informatiesamenleving. De digitalisering is alom aanwezig en daarmee is digitaal burgerschap niet meer weg te denken in leven en werken. Als mensen niet met informatie kunnen omgaan, niet digitaal geletterd zijn, kunnen ze niet goed functioneren en meedoen in de maatschappij.
Digitale ‘haves’ en ‘have nots’
Tijdens de coronacrisis werd pijnlijk duidelijk dat de verschillen in digitale geletterdheid tussen kinderen groot zijn. Hebben ouders geen laptop of kunnen ze niet of nauwelijks Nederlands, dan komen hun kinderen ook makkelijk op achterstand te staan. Inge Bryan, directeur van Fox-IT, schreef in het NRC van 19 februari 2022 dat er een sociale kloof dreigt te ontstaan tussen digitale haves en have nots. “Daarmee creëren we onze eigen onveiligheid. Onderwijs is de sleutel tot een digitaal inclusieve maatschappij waarin veiligheid voor en door iedereen gemaakt en onderhouden wordt.”

De plek waar die achterstanden zijn goed te maken is, idealiter, op de school. Begrijpend lezen en rekenen zijn heel belangrijk, maar mediawijsheid en digitale geletterdheid staan daar niet los van. Wetenschappelijk is bewezen dat online een tekst lezen andere vaardigheden vergt dan iets van papier lezen.
Digitale geletterdheid in het curriculum
Daarom zou digitale geletterdheid ook een vaste plek moeten krijgen in het curriculum. Als leerlingen en studenten namelijk digitale toepassingen die ze in het dagelijks leven al gebruiken ook op school kunnen inzetten, zijn ze gemotiveerder en leren ze beter. Immers, het is direct te gebruiken (en daarmee zetten we beter in op de vraag: “Waarom moet ik dit leren, ik kan het toch googelen?”).
Gelukkig zijn er inmiddels veel goede voorbeelden van de integratie van digitale geletterdheid (DG) in vakken als lezen en rekenen. De bezorgdheid van Kamerleden van D66, CDA, SP en SGP over het opnemen van DG in het curriculum kan daarmee hoop ik wat weggenomen worden. Een keuze maken tussen de basisvaardigheden taal en rekenen en DG is wat mij betreft niet nodig. Het een gaat namelijk heel goed samen met het ander.
Digitale geletterdheid integreren
Neem docente Frans Liesbeth Breek die met haar leerlingen uitvoerig nieuws- en documentairefoto’s bestudeert en ze er in het Frans over laat discussiëren. Uit wetenschappelijk onderzoek weten we hoe effectief het kan zijn om samen – smartphones weg, laptops dicht! – bezig te zijn, juist ook als het gaat om de digitale werkelijkheid die ook in foto’s is te vatten. En in dit geval gaat goed observeren, zelf nadenken en je inleven in andere mensen, dus samen met mondelinge vaardigheid Frans. Of denk aan de docentenopleider rekenen-wiskunde die al in 2008 liet zien hoe leraren leerlingen meetkundig kunnen leren redeneren aan de hand van Google Earth.
We zijn nu veertien jaar verder en in die tijd zijn er nog veel meer goede lesideeën ontwikkeld. Zoals bij het project App-Noot-Muis op Wikiwijs, waarmee leraren digitale geletterdheid kunnen integreren in taallessen. Niet stapelen maar integreren is hier het credo. En er wordt recht gedaan aan onderzoek dat uitwijst dat traditionele geletterdheid in hoge mate voorspellend is voor digitale geletterdheid.
Leraren bijscholen in digitale geletterdheid
Uiteraard realiseer ik me ook dat scholen voor grote uitdagingen staan, waaronder het schoolleiders- en lerarentekort. Leraren moeten al zoveel en daar komt digitale geletterdheid nog eens bij. Wat dit betreft kan ik me vinden in het pleidooi van onderwijsinspecteur Alida Oppers in het NRC van 15 april 2022. “Als je al een tekort hebt, is het extra relevant om dat wat je wél kunt doen, goed te doen. We weten van andere landen, zoals Ierland en Zweden, dat als er wél wordt geïnvesteerd in personeelsbeleid en in bijscholing, dat leidt tot betere resultaten, minder werkdruk, meer werkplezier en meer zelfvertrouwen bij docenten.”
De oproep uit het rapport van de Staat van het Onderwijs (2022) is glashelder, we kunnen er niet meer omheen. “De jarenlange terugloop van de taal-, reken- en burgerschapsvaardigheden moet eindelijk een halt toegeroepen worden.” Getuige de voorbeelden in andere landen, moet het ook mogelijk zijn om in Nederland een trendbreuk te realiseren. De inspectie wijst eveneens op de vele afzonderlijke Nederlandse scholen die zich die als de nood aan de man in korte tijd sterk weten te verbeteren. Er is afgelopen tijd bovendien een goed begin gemaakt door de inzet op het gebruik van (wetenschappelijk bewezen) effectieve interventies.
Digitale geletterdheid is een voorwaarde voor leven, leren en werken. 1 plus 1 is 3 als we digitale geletterdheid weten te integreren in bestaande vakken. Digitale geletterdheid opnemen in het curriculum, zoals minister Dennis Wiersma voorstelt, geeft scholen de duidelijkheid in kerndoelen waar ze zo naar snakken. Doe dus uw voordeel met het voorwerk van collega’s en ga aan de slag!
Lees meer
Wees voorzichtig met het integreren van digitale geletterdheid in het talenonderwijs, zeggen wetenschappelijk onderzoekers. Maar doe er ook uw voordeel mee. Lees met welke inspirerende werkvormen u leerlingen kunt motiveren en voorbereiden op hun digitale toekomst.
Alle po- en vo-scholen moeten zich voorbereiden op onderwijs in digitale geletterdheid (DG). In die voorbereiding staat de schoolleider centraal. Wat moet die doen, kunnen en weten? Lees wat de 7 succesfactoren zijn.
Deskundigen op het gebied van onderwijs in digitale geletterdheid (DG) denken dat professionalisering van leraren op dit gebied de sleutel tot succes is. Ze pleiten voor beproefde methodes als professionele leergemeenschappen, auctoraten, datateams en Lesson Study. Wat houden deze methodes, gebaseerd op ‘netwerk-leren’, in?