Meteen naar de content
  • Trend
  • |
  • Technologische innovatie
  • |
  • po

Robot in het onderwijs: zo helpt hij in de klas

Een robot in het onderwijs; je hoort er steeds vaker iets over. Maar wat kan de school verwachten van een robot in de klas? Hebben we straks geen leraren meer nodig? Wietse van Bruggen, expert op het gebied van innovatie bij Kennisnet, vertelt over de toekomst van robots in de klas.

Harriët Leget

Door Harriët Leget

29 december 2020
3 minuten lezen
Een robot assisteert de leraar in de klas

Wat kunnen scholen verwachten van een robot in de klas?

“Het is van belang om te benadrukken dat een humanoïde robot – dit is een machine die een lichaamsvorm heeft die lijkt op die van een mens – een computer is. De robot onderscheidt zich van een computer door zijn verschijningsvorm. De school geeft robot eerder een naam dan aan een computer. Hij neemt menselijke vormen aan, zoals bewegen en het hebben van een gezichtsuitdrukking. Ook kan er tegen hem gepraat worden en iets laten zien waarop hij reageert. Dit geeft sociale interactie.

“Uit onderzoek is de toegevoegde waarde van een robot voor het leren nog niet bewezen. Voor sommige leerlingen kan het sociale element van de robot, zoals interactie, zelfs afleiden. Je denkt misschien dat er al veel mogelijk is met een robot, maar de techniek en toepassing zijn (nog) niet volwassen genoeg om in te zetten in de kern van jouw curriculum.”

Waar kunnen scholen een robot wel voor inzetten?

“In een complexe omgeving kan een robot de komende tientallen jaren nog niet zelfstandig reageren of handelen zoals een mens. En ook een 1-op-1-gesprek met een leerling, zoals een leraar dat doet, is niet mogelijk.

“De dynamiek in de klas is heel groot, een robot zou wel kunnen helpen bij het aanleren van afgebakende deeltaken, bijvoorbeeld bij rekenen en taal. Denk aan het oefenen van sommen, een verhaaltje vertellen of woordjes herhalen. Robots zijn namelijk wel effectief in een gecontroleerde omgeving en bij specifieke taken. Denk bijvoorbeeld aan het ophalen van spullen in een magazijn van een groot warenhuis.

Een robot kan nog niet interpreteren wat er in de klas gebeurt

“Uit onderzoek weten we dat hoe duidelijker en persoonlijker de feedback is, hoe effectiever het is. Maar zover zijn we nog niet. De robot die nu in het onderwijs wordt gebruikt, biedt vooraf ingestelde feedback in de vorm van goed of fout. Een robot kan nog niet interpreteren wat er in de klas gebeurt, en vervolgens oefeningen op maat aanbieden en gericht feedback geven.

“Dit zien ze soms wel terug bij adaptief lesmateriaal; hier worden gegevens verzameld waarna een nieuw leerpad wordt aangeboden en leerlingen meer effectieve feedback krijgen. Adaptief leermateriaal is bewezen effectief en goedkoper. Die mate van adaptiviteit heeft een robot (nog) niet. Voor de robot is de les of opdracht van te voren gemaakt. Hij maakt zelfstandig nog geen gebruik van de meerwaarde die het analyseren van het leerproces kan geven, zoals bij learning analytics.”

Waar begint de school als ze willen werken met een robot in de klas?

“Allereerst moet de school weten waar de robot voor ingezet wordt en waarom. Dit kan bijvoorbeeld zijn om leerlingen te leren programmeren of om ze na te laten denken over robots. Maar kijk daarbij goed hoe de robot zich verhoudt tot andere middelen die ingezet worden. De school moet variëren bij de inzet van de robot, anders is het motiverende effect maar tijdelijk.

“Begin in een kleine setting, bijvoorbeeld bij een experiment of project. Denk niet meteen aan breed uitrollen in alle scholen en aan een centrale plek in het curriculum. Bepaal vooraf doelen bij de inzet van een robot in de klas en leg deze doelen vast. Plan ook evaluatiemomenten in, zo kunnen ze zien of de doelen zijn behaald en bijgestuurd moet worden.

“Ook moet de school of bestuur de afweging maken: is het de investering waard?

“Ten slotte is het belangrijk dat de infrastructuur op orde is. Net als bij het werken met een laptop of ander device moet een robot op het netwerk kunnen. In principe zou dit bij een robot niet anders moeten zijn, maar de praktijk laat zien dat hier wel aandacht voor nodig is.”

De onderwerpen waarover wij publiceren