De digitale leeromgeving
Leerlingen, leraren en andere schoolmedewerkers gebruiken allerlei applicaties die ondersteunen in het onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan:
- een applicatie waarin digitaal lesmateriaal voor leerlingen wordt klaargezet.
- een leerlingvolgsysteem (LVS) waarin gegevens over voortgang van leerlingen zijn opgeslagen.
- een cloudplatform waarin leerlingen, leraren en stafmedewerkers binnen en buiten de organisatie digitaal met elkaar samenwerken.
Zo heeft elke school een digitale leeromgeving: het geheel aan applicaties die het onderwijs en het leren ondersteunen. Doordat we steeds meer applicaties gebruiken om digitaal te leren, samenwerken en gegevens uitwisselen, wordt de digitale leeromgeving steeds complexer.

Impact van keuzes
In een goed werkende digitale leeromgeving is er een samenhang van alle applicaties die aansluiten bij de visie en werkwijze van de school. Keuzes over (nieuwe) applicaties hebben daarom effect op gehele digitale leeromgeving. Om goede keuzes te maken die aansluiten bij de visie en werkwijze van de school, is overzicht en bewustzijn nodig over hoe de digitale leeromgeving van een school er uit ziet.
Door eerder gemaakte keuzes en veranderende behoeftes heeft elke school te maken met eigen vraagstukken:
- Welke applicaties gebruikt de school en hoe krijgen werknemers toegang?
- Past het geheel aan applicaties nog bij de visie van de school?
- Worden de mogelijkheden binnen de huidige applicaties wel benut?
- Hoe wordt de digitale leeromgeving beheerd en het gebruik ervan ondersteund?
Een verandering in de digitale leeromgeving zal al snel een grote impact hebben op de manier van (samen)werken en soms in de manier van onderwijs geven.
Het model van de digitale leeromgeving: van inzicht naar meer regie
Om schoolbesturen te helpen meer inzicht te krijgen in hun digitale leeromgeving, ontwikkelde Kennisnet in samenwerking met schoolbesturen het model van de digitale leeromgeving. Het is een basis om zelfstandig de digitale leeromgeving van uw school/scholen in kaart te brengen en hierover met uw team in gesprek te gaan. Via Leeromgeving in kaart, een online hulpmiddel op KennisnetWijzer, wordt u ondersteund bij het invullen en inzichtelijk maken van de digitale leeromgeving. Met dit inzicht krijgt u meer regie over hoe u de digitale leeromgeving organiseert en inricht.
Het model gebruikt het onderwijsproces zelf als basis en gaat niet uit van de applicaties. Dit resulteert in een overzicht van de verschillende onderwijs(ondersteunende) processen die door een digitale leeromgeving worden ondersteund.

In het model is onderscheid gemaakt tussen de processen die zich primair richten op het geven en volgen van onderwijs en de processen die zich richten op het secundaire proces, de onderwijsondersteuning. Onderstaand een toelichting op de verschillende onderdelen.
Onderwijs
Bij ‘onderwijs’ worden activiteiten geplaatst die leraren direct ondersteunen bij het geven van onderwijs en/of leerlingen ondersteunen bij hun leerproces.
Leerplan maken en bijhouden
Dit zijn de activiteiten waarin wordt bepaald en vastgelegd wat de leerling moet kennen en kunnen. Leraren maken hierbij gebruik van leerdoelensets zoals de eindtermen en kerndoelen. Ook het vastleggen van handelingsplannen valt onder dit proces.
Leermateriaal selecteren, maken en/of arrangeren
In voorbereiding op de lessen stellen leraren lesprogramma’s samen, ontwikkelen leermateriaal en variëren of arrangeren met beschikbaar leermateriaal.
Lesgeven, begeleiden en leermateriaal gebruiken
Leerlingen gaan aan de slag met het leermateriaal. Voor de digitale leeromgeving is bijvoorbeeld de toegang tot digitaal leermateriaal belangrijk, zoals methode website waar leerlingen oa. oefeningen maken. Onder dit proces valt ook het inleveren van opdrachten, projecten en reflecties.
Toetsen, beoordelen en feedback geven
Hierbij gaat het om het opstellen en importeren van toetsvragen en het summatief en/of formatief toetsen. Onderdeel hiervan is het (onderling) feedback geven en op basis hiervan de voortgang van het leerproces vastleggen.
Leerlingdossier, portfolio en voortgang bijhouden
Denk hierbij aan het opbouwen van een portfolio door de leerling en opbouwen van een zorgdossier door de leraar. Deze activiteiten richten zich op het bijhouden van de ontwikkeling van leerlingen, studieadvies en diplomering.
Onderwijsondersteuning
Bij onderwijsondersteuning gaat het om processen die wel bijdragen aan het organiseren van het leerproces, maar meer richten op secundaire of voorwaardelijke taken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het beheren van leerlinginformatie, het plannen van het onderwijs en digitaal samenwerken.
Leerlinggegevens beheren
Omvat het aanmelden, inschrijven en uitschrijven van leerlingen, ontvangst en overdracht van leerlinggegevens en de uitwisseling van leerlinggegevens in een samenwerkingsverband.
Onderwijs plannen en roosteren
Omvat het beheren van groepen en klassen, roosteren en publiceren van de roosters, maar bijvoorbeeld ook het inschrijven voor activiteiten of keuzewerktijd.
Verzuim vastleggen
Het vastleggen van de aan- en afwezigheid van leerlingen, en rapportage hierover.
Kwaliteit en verantwoording
Denk hierbij aan activiteiten die te maken hebben met de omgang met klachten, het opstellen van managementrapportages en uitwisseling van verantwoordingsinformatie met DUO.
Communiceren en samenwerken leerlingen
Het samenwerken in een besloten omgeving, maar ook het bijhouden van een persoonlijke agenda en communicatie over de resultaten van een leerling.
Communiceren en samenwerken ouders
Hierin kan onderscheid gemaakt worden tussen communicatie die leerling specifiek is (zoals communicatie over resultaten) en klas of school brede communicatie.
Communiceren en samenwerken medewerkers
Denk hierbij aan het samenwerken en bestanden uitwisselen binnen een besloten omgeving, bijhouden van de persoonlijke agenda en de mogelijkheid om via 1 plek toegang te krijgen tot alle applicaties.
Niet in dit model opgenomen
Het model voor de digitale leeromgeving beschrijft de activiteiten rondom onderwijs en onderwijsondersteuning. Activiteiten rondom de bedrijfsvoering zoals de financiële- en personeels administratie, of beheer van de ict-systemen zijn niet in dit model opgenomen.
Daarnaast is het model niet geschikt om in details alle leermiddelen van educatieve uitgeverijen (zoals behorende bij lesmethodes) en andere specifieke vakgerichte leermiddelen te inventariseren.
Relatie met de referentie-architectuur voor het funderend onderwijs
Wilt u dieper ingaan op de processen uit dit model? Bijvoorbeeld om de informatie uitwisseling tussen verschillende applicaties in kaart te brengen? Bekijk de FORA: de referentie-architectuur voor het funderend onderwijs.
De FORA is een uitgebreider en gedetailleerder model waarin ook de processen die buiten de digitale leeromgeving vallen zijn opgenomen, zoals bedrijfsvoering. In de FORA zijn ruim 60 bedrijfsprocesonderdelen met bijbehorende applicatiefuncties beschreven, maar geeft bijvoorbeeld ook een overzicht van alle informatiestromen tussen een school en haar omgeving.
Als u met Leeromgeving in Kaart een eerste analyse hebt gemaakt en u wilt voor een volgende stap de referentie-architectuur gebruiken, is het prettig om de samenhang tussen beide modellen te weten. De tabel Samenhang FORA en DLO geeft een overzicht van de processen in de digitale leeromgeving en het bijbehorende FORA bedrijfsprocesonderdeel.

Zelf aan de slag?
In de praktijk zijn er verschillende aanleidingen om de digitale leeromgeving in kaart te brengen en hierover in gesprek te gaan. Elke aanleiding vraagt om een specifieke focus in het gesprek en om te bepalen welke stappen u kunt nemen. Hieronder worden een aantal voorbeelden gegeven.
Voorbeeld 1: verhouding tussen functionaliteiten en gebruik
Hoe verhouden de functionaliteiten die de digitale leeromgeving ter beschikking heeft zich met het gebruik ervan?
De digitale leeromgeving is een samenhang van applicaties die over verloop van tijd is ontstaan. Hierdoor kan er overlap ontstaan in functionaliteiten tussen applicaties. Of worden sommige functionaliteiten niet gebruikt, maar wel door een applicatie aangeboden. Het in kaart brengen en het gesprek hebben over de digitale leeromgeving helpt om overlap te ontdekken en de functionaliteiten die onderbenut worden te vinden.
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen met verschillende mensen uit de school.
- Vul tijdens een gezamenlijke (digitale) bijeenkomst samen Leeromgeving in kaart in.
- Evalueer met elkaar de huidige situatie van het gebruik van de functionaliteiten binnen de digitale leeromgeving. Welke overlap of hiaten zijn er? Welke applicaties sluiten niet goed op elkaar aan? Worden alle processen goed ondersteund?
Voorbeeld 2: verandering van applicaties in de digitale leeromgeving
De digitale leeromgeving verandert regelmatig wanneer nieuwe applicaties er onderdeel van gaan uitmaken en andere applicaties worden vervangen. De aanleiding hiervoor kan verschillend zijn. Bijvoorbeeld wanneer er een contract verloopt of wanneer er een nieuwe manier van (samen)werken is afgestemd en de huidige digitale leeromgeving niet meer in sommige behoeftes voorziet. Soms is dit bijvoorbeeld het resultaat van een fusie of soms omdat de visie over het gebruik van ict veranderd.
Wanneer er keuzes gemaakt gaan worden over een verandering in de digitale leeromgeving is het goed zicht te hebben op de impact in het gebruik ervan. Op welke (onderwijs) processen is deze verandering van invloed? En welke elementen zijn voor de school belangrijk om goed dit proces uit te kunnen voeren? Met behulp van een goed inzicht in de huidige en gewenste situatie, kunnen slimme keuzes gemaakt worden bij veranderingen in de digitale leeromgeving.
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen van zowel de personen die verantwoordelijk zijn voor bijvoorbeeld het kiezen en inkopen van een nieuwe applicatie, als ook personen die de applicatie gaan gebruiken.
- Inventariseer via Leeromgeving in kaart met welke processen de nieuwe applicatie in aanraking komt.
- Ga in gesprek met de gebruikers (leerlingen, leraren, ouders, etc) en inventariseer hun behoeften binnen deze processen. Mogelijk blijkt hieruit dat andere functies nodig zijn dan aanvankelijk werd gedacht.
- Maak een longlist van verschillende applicaties die in deze behoefte voorzien en vergelijk in welke mate ze voldoen aan de gewenste functionaliteit. Neem hierin ook de applicaties mee die al in de digitale leeromgeving beschikbaar zijn.
- Houd bij het maken van een keuze voor een applicatie ook rekening met de aspecten van Vier-in-balans en check of de applicatie voldoet aan eisen rondom informatiebeveiliging en privacy.
- Evalueer na verloop van tijd of de applicatie aan de gewenste functionaliteit voldoet. Ga hiervoor opnieuw in gesprek met gebruikers.
Voorbeeld 3: keuzes maken over welke applicaties schooloverstijgend worden ingericht
Besturen staan voor de opgave om een digitale leeromgeving te realiseren die enerzijds scholen ondersteunt met een goed werkende samenstelling van applicaties en anderzijds ruimte houdt voor scholen om zelf applicaties te kiezen die aansluiten bij hun onderwijsvisie. Leeromgeving in kaart helpt om inzicht in te creeren in hoe er bovenschools met deze beide aspecten rekening wordt gehouden.
Een mogelijke aanpak:
- Stel een groep samen waarin verschillende scholen uit het bestuur zijn vertegenwoordigd.
- Ga met elke school afzonderlijk met aan de slag met Leeromgeving in kaart om een overzicht van elke school te creëren. Tip: Door bovenschools al een keer Leeromgeving in kaart te doorlopen heeft u al een basis waar elke school zelf een variatie op kan maken die overeenkomt met hun eigen situatie.
- Organiseer een gezamenlijke bijeenkomst voor alle deelnemende scholen waarin zij hun digitale leeromgeving presenteren aan de hand van de resultaten uit Leeromgeving in kaart.
- Voer met elkaar een gesprek over de verschillende digitale leeromgevingen. Waarin verschillen de scholen van elkaar? Waarin zit de overlap? Wat is fijn om binnen het bestuur te uniformeren, waarin willen scholen juist uniek zijn?

Aandachtspunten bij het nadenken over de digitale leeromgeving
Leg de verantwoordelijkheid op de juiste plek
In de verkenning naar de digitale leeromgeving is het belangrijk om verschillende personen uit de organisatie te betrekken. Denk hierbij aan personen die van de digitale leeromgeving gebruik maken of die het beheren, bijvoorbeeld:
- een informatiemanager
- een (bovenschoolse) ict-er
- de schoolleider
- de onderwijscoördinator
- een leraar
- een vertegenwoordiger bedrijfsvoering
- een vertegenwoordiger vaksectie.
Zo worden waardes, behoeftes en ideeën vanuit alle verschillende disciplines opgehaald en ontstaat er begrip over hoe de digitale leeromgeving goed georganiseerd kan worden.
Een belangrijke vraag is op welk niveau afspraken worden gemaakt over de keuze, aanschaf en het gebruik van een bepaalde applicatie. Denk bijvoorbeeld aan deze verantwoordelijkheden:
- Een bestuur heeft eigenaarschap voor de componenten in een digitale leeromgeving die nodig zijn voor de formele verantwoording. Zo kan een bestuur besluiten dat gebruik van hetzelfde leerlingadministratiesysteem of dat scholen hier een bepaalde mate van keuze in hebben.
- Een school bepaalt de middelen om te communiceren met ouders en leerlingen. Alle klassen maken hierbij gebruik van dezelfde applicatie.
- De leraar bepaalt welke toepassingen worden gebruikt in de klas. Hij kan bijvoorbeeld zelfstandig besluiten om een online quiz te gebruiken.
Maak goede afwegingen tussen het belang om bepaalde zaken schooloverstijgend en uniform te organiseren en het belang om mensen te laten werken met een applicatie die past bij hun specifieke behoeften en waar zij zelf de meerwaarde van inzien.
Vier in balans bepaalt het rendement van de digitale leeromgeving
Het Vier in balans-model laat zien hoe scholen optimaal rendement kunnen halen uit ict en beschrijft de randvoorwaarden die nodig zijn om ict in het onderwijs goed te kunnen gebruiken. Leeromgeving in kaart helpt vooral bij het inzicht creëren in de ‘toepassingen’ van de digitale leeromgeving. Dit perspectief kunt u gaan vergelijken met de andere randvoorwaardes uit Vier in balans.
Bij het inrichten van de digitale leeromgeving zijn uiteindelijk alle 4 randvoorwaarden uit het Vier in balans-model van belang: visie, deskundigheid, inhoud en toepassingen, en infrastructuur.
Visie
Wat is de opvatting van de school over kwalitatief goed en doelmatig onderwijs? Voorkom dat u zich laat verleiden door mooie features in een pakket, terwijl dat pakket eigenlijk niet past bij de visie van de school. Meer weten over hoe je met medewerkers het gesprek aangaat over de visie op ict in relatie tot het onderwijs? Lees het artikel Ict-puzzel helpt uw schoolbestuur bij het gesprek over ict en onderwijs.
Deskundigheid
Welke competenties en vaardigheden zijn nodig om het werken met de digitale leeromgeving tot een succes te maken? Lees de Handreiking Ict-bekwaamheid van de leraar: hoe pakt u dat aan?
Infrastructuur
Ook de infrastructuur moet aansluiten bij de de manier en intensiteit van het gebruik van de digitale leeromgeving. In de Kennisnetwijzer vindt u verschillende hulpmiddelen die u helpen keuzes te maken over de infrastructuur.
Inhoud en toepassingen
In het model van de digitale leeromgeving wordt niet ingegaan de specifieke applicaties die uitgevers en andere aanbieders van lesmateriaal uitbrengen. Wilt u hier meer op ingaan dan kunt u de Keuzecriteriatool gebruiken om een goed onderbouwde en breed gedragen lijst met criteria op te stellen die gaan helpen bij het kiezen van een nieuwe lesmethode.

De samenhang van applicaties
Omdat de digitale leeromgeving bestaat uit verschillende applicaties kan het een uitdaging zijn om een goede samenhang te organiseren. Er zijn een paar aspecten die een sterke invloed hebben op deze samenhang en hoe dit door leraren, leerlingen en andere gebruikers wordt ervaren.
Functionaliteit
Voor leraren, leerlingen en andere gebruikers is het prettig als de losse onderdelen binnen de digitale leeromgeving logisch samenhangen. Idealiter werken applicaties zoveel mogelijk op dezelfde manier, zodat niet elke applicatie als een nieuwe drempel wordt ervaren.
Techniek
Kies indien mogelijk systemen die op ongeveer gelijke manier beheerd kunnen worden (bijvoorbeeld allemaal in de cloud) en die bij voorkeur door eindgebruikers op dezelfde manier te benaderen zijn (single sign on via bijvoorbeeld Entree of Basispoort).
Informatie-uitwisseling
Applicaties binnen de digitale leeromgeving zullen onderling informatie uitwisselen. Kijk daarom goed naar vragen zoals:
- Gaat het uitwisselen automatisch of zorgt dit voor een administratieve lastenverhoging bij administratie of leerkracht?
- Kan de uitgewisselde informatie ook daadwerkelijk naar wens worden gebruikt?
Bij informatie uitwisseling is het sowieso van belang dat dit veilig en betrouwbaar gebeurd. Het is bijvoorbeeld belangrijk om bij te houden in welke applicaties persoonsgegevens worden gebruikt en uitgewisseld. Een overzicht maken van de digitale leeromgeving helpt hier ook weer bij. Meer weten? Lees meer op aanpakibp.kennisnet.nl.
Een digitale leeromgeving zou een reflectie moeten zijn van de manier waarop de school onderwijs wil organiseren en hoe medewerkers en leerlingen leren en samenwerken. Hier liggen bepaalde waardes aan ten grondslag. Benieuwd hoe u deze waarden kunt gebruiken om sturing te geven aan digitalisering, zoals bij de digitale leeromgeving? Lees de publicatie ‘Waarden wegen – een ethisch perspectief op digitalisering in het onderwijs’.
Hoe het model tot stand is gekomen?
De ontwikkeling van Leeromgeving in kaart en doorontwikkeling van het model hebben gelijktijdig plaatsgevonden. Hierbij is veelvuldig in co-creatie samengewerkt met scholen, om het model en Leeromgeving in kaart vanuit de praktijk te ontwikkelen en in praktijk te beproeven.
Tijdens de doorontwikkeling van het model is afstemming geweest met de werkgroep van de referentie-architectuur voor het funderend onderwijs (FORA). Beide modellen beschrijven dezelfde werkelijkheid, maar hebben een eigen toepassing en detaillering. Wel zijn beide modellen met elkaar verbonden. Onder ‘downloads’ vindt u de tabel.
Start Leeromgeving in kaart
Na het lezen enthousiast geworden en direct aan de slag met Leeromgeving in kaart?