Deze laatste editie van het tijdschrift 4W heeft Kennisnet gemaakt in samenwerking met het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). De insteek is breder dan de eerdere edities van 4W: van 'weten wat werkt met ict' naar 'weten wat werkt in het onderwijs'.
In dit nummer van 4W staan de volgende artikelen:
Waarom veel kinderen en adolescenten niet meer lezen
Sociaal-emotionele effecten van verrijkingsprogramma's voor excellente kinderen
De effecten van extra taallessen op de taalvaardigheid van mbo-studenten
De werking van het onderwijsachterstandenbeleid
Bewegend leren in de klas
Waarom veel kinderen en adolescenten niet meer lezen
Een deel van de leerlingen leest niet of nooit in de vrije tijd. In de bovenbouw van de basisschool is deze groep bescheiden van omvang en zo ook in de eerste leerjaren van havo/vwo. In de brugklas van het vmbo daarentegen leest het merendeel niet. Uit deze studie blijkt dat veel niet-lezers een emotionele weerstand tegen lezen hebben waardoor het animo voor lezen vermindert en het steeds moeilijker wordt om je op lezen te concentreren. Leesweerstand is aangetoond met een computertaak die onbewuste emotionele reacties op lezen aan het licht brengt.
Sociaal-emotionele effecten van verrijkingsprogramma's voor excellente kinderen
Verrijkingsprogramma's zijn bedoeld om excellente leerlingen de uitdaging te bieden die ze nodig hebben om verveling en onderpresteren te voorkomen. Het verrijkingsprogramma 'Class for the Gifted' biedt excellente basisschoolleerlingen één ochtend per week uitdagende opdrachten op een middelbare school. Door het volgen van de 'Class for the Gifted' behouden excellente basisschoolleerlingen hun motivatie voor school. De motivatie van hun excellente klasgenoten nam daarentegen af gedurende het schooljaar.
De effecten van extra taallessen op de taalvaardigheid van mbo-studenten
Ruim de helft van de mbo-studenten is niet vaardig genoeg in lezen en schrijven om op school en in de beroepspraktijk mee te kunnen komen. In een experiment op het mbo leidden extra taallessen niet tot een verbetering van de taalvaardigheid. Het ging om een intensivering van 40% ofwel 25 extra lessen van een uur, waarbij beproefde didactische principes uit po en vo werden ingezet.
De werking van het onderwijsachterstandenbeleid
De kern van het onderwijsachterstandenbeleid is de gewichtenregeling. Hierbij wordt op basis van indicatoren gelegen in het gezin extra budget toegekend aan scholen, om te compenseren voor een minder stimulerende thuissituatie waarin doelgroep-leerlingen opgroeien. De vraag is of dit uitgangspunt nog houdbaar is, want: a) Aanvankelijk verklaarden herkomst-indicatoren 25% van de verschillen in onderwijskansen, nu (met nog maar één indicator) is dat nog maar 4%. b) Scholen krijgen deze middelen in de lumpsum. De gelden zijn niet geoormerkt en blijken vaak als basisformatie te worden beschouwd, waardoor de gelden niet gericht worden ingezet om voor achterstanden te compenseren.
Bewegend leren in de klas
In het klaslokaal kunnen (matig tot intensieve) bewegingen geïntegreerd worden in leertaken, bijvoorbeeld in reken- en taalopdrachten. Dit is goed uitvoerbaar. Meteen na fysiek actieve reken- en taallessen zijn leerlingen meer gericht op hun taak. Fysiek actieve reken- en taallessen verbeteren de reken- en spellingprestaties van leerlingen. Voor lezen zijn geen verschillen gevonden
In deze editie van 4W vind je onderzoeken naar waarom veel kinderen en adolescenten niet meer lezen, de sociaal-emotionele effecten van verrijkingsprogramma’s, de effecten van extra taallessen in het mbo, de werking van het onderwijsachterstandenbeleid en naar bewegend leren in de klas.