Scholen denken nu vaak vanuit leermiddelen over hun onderwijs. Ze werken een lesmethode door met leerlingen, en die bepaalt wat leerlingen leren en – impliciet – aan welke leerdoelen er wordt gewerkt.
Gepersonaliseerd leren vereist denken vanuit leerdoelen
Gepersonaliseerd leren is volgens velen echter de toekomst. De groeiende mogelijkheden met digitale leermiddelen maken dit mogelijk. Als leerlingen een persoonlijk leerpad volgen, is de structuur van de methode niet meer leidend. Om toch grip te houden op het leerproces moeten leraren op zoek naar een nieuwe structuur. Scholen die gepersonaliseerd leren aanbieden, werken daarom vanuit leerdoelen. Zij kijken eerst naar wat leerlingen moeten leren, en zoeken dan leermiddelen die daarbij passen.
Denken vanuit leerdoelen uitdaging voor scholen
Volgens Willemien Noordhof, educatief directeur van Kunskapsskolan Nederland, is dat in de praktijk een uitdaging voor scholen. Kunskapsskolan is een Zweedse onderwijsgroep die zich sinds eind jaren ’90 inzet voor gepersonaliseerd leren. "Het doel is om leerlingen eigenaar te maken van hun eigen leerproces door hen zelf leerdoelen te laten bepalen. En door deze te verbinden aan hun toekomstplannen."

Coachende rol voor docenten
Docenten hebben hierbij een meer coachende rol. Via een learning portal – een soort elektronische leeromgeving – en een leerlingvolgsysteem volgen zij de voortgang van leerlingen. Doordat de stof is opgedeeld in doelen kunnen docenten daar flexibeler mee omgaan. Zij kunnen bijvoorbeeld een leerdoel voor Engels op een hoger niveau aanbieden.
"In september zijn de eerste Nederlandse scholen begonnen met onderwijs geïnspireerd op het Kunskapsskolanmodel. Het vergt een andere organisatie van het onderwijs en een omslag in de denk- en werkwijze." Dat veranderproces heeft volgens Noordhof vooral goede sturing, begeleiding en tijd nodig.
Leerlingen worden gemotiveerder als ze snappen met welk doel ze bezig zijn en waarom.
In Zweden ziet ze de resultaten: "De leerlingen worden zelfstandiger en gemotiveerder want ze snappen met welk doel ze bezig zijn en waarom. Daarnaast werken ze aan leerstof op hun niveau, zodat ze niet vastlopen of zich gaan vervelen."
‘Gepersonaliseerd leren staat in de kinderschoenen’
Ook Ewald van Vliet, voorzitter van het bestuur van scholengroep Lucas Onderwijs, is positief over denken vanuit leerdoelen. "Op sommige locaties zijn we begonnen met Kunskapsskolan en op andere locaties met Snappet, een digitaal adaptief onderwijsplatform."
Toch staat gepersonaliseerd leren in Nederland volgens hem nog in de kinderschoenen. "Er zijn veel verschillende contentaanbieders en methodes. Door al die verschillen kun je de voortgang van leerlingen niet terugvinden in een overkoepelend overzicht." Dat betekent extra werk voor docenten. Zij moeten zelf dat overzicht maken.
‘Neem de onderwijskundige visie onder handen’
Volgens Van Vliet kunnen scholen een eerste stap zetten naar gepersonaliseerd onderwijs door hun onderwijskundige visie onder handen te nemen. "Kijk vanuit het onderwijskundig perspectief, niet per se vanuit de techniek. Wat wil je bereiken? En hoe wil je omgaan met gepersonaliseerd leren?"
Scholen die daar een duidelijker beeld van hebben, kunnen volgens hem bewuster kiezen voor methodes en leveranciers. "Er verandert veel op de markt. Investeer daarom bijvoorbeeld niet meer 10 jaar in hetzelfde pakket, maar evalueer vaker", adviseert hij. Zo houden scholen ruimte om nieuwe producten op de markt te benutten.
Metadata onmisbaar voor gepersonaliseerd onderwijs
Om verdere stappen te zetten naar gepersonaliseerd leren, is het volgens Van Vliet belangrijk dat scholen het gesprek aangaan met leveranciers. Zo wil hij graag meer met metadata doen. Daarover heeft hij een vraag neergelegd bij Snappet. Metadata geven docenten inzicht in het leermateriaal. Zij kunnen uit metadata bijvoorbeeld afleiden welke leerdoelen er aan materialen verbonden zijn en hoe die in het materiaal zijn verwerkt, om welk niveau het gaat en om welke werkvorm.
Door metadata kunnen docenten beter leermateriaal kiezen dat past bij leerdoelen, meer variëren en het leerproces in detail volgen. "Als je modulair en gepersonaliseerd onderwijs wilt aanbieden via leerdoelen, dan is het gebruik van metadata bijna onmisbaar, maar dat is nu nog toekomstmuziek."
Samenwerking nodig
Eric Razenberg, bestuurslid van de GEU (brancheorganisatie voor aanbieders van leermiddelen, toetsen en educatieve dienstverlening), hoopt dat meer scholen in gesprek gaan met leveranciers en uitgevers.
"Om dit verandervraagstuk op te kunnen lossen zullen we moeten samenwerken. Daarom roep ik scholen op om, zoals Ewald van Vliet, vragen en specifieke wensen met uitgevers en leveranciers te bespreken."
Tijd voor concrete stappen
Razenberg is positief over de gesprekken in doorbraakprojecten en op individuele basis, maar vindt dat het tijd is voor concrete stappen. "Scholen en uitgevers zijn nog zoekende. We weten allemaal dat het anders moet, maar hoe dat er concreet uit moet zien is nog niet duidelijk. Bij innovatie kun je dat niet altijd vooraf weten en valt er meer te leren uit de praktijk."
Hij merkt dat uitgevers een nieuwe rol kunnen spelen. "Zij kunnen het veranderproces op scholen faciliteren door inzichten te bieden, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van nieuwe leermiddelen." De toekomst zit volgens Razenberg hoe dan ook in samenwerking.