7 dagen per week en 6 uur per dag zijn kinderen en jongvolwassenen bezig met beeldscherm, waarvan 2 tot 3 uur met sociale media. WhatsApp, Facebook, Instagram en Snapchat. Zomaar enkele sociale media waarop kinderen en jongvolwassenen veel tijd doorbrengen.
Veel mensen zijn bang dat uren turen op een smartphone deze jonge mensen weinig goeds oplevert. Maar, zo nuanceert Patti Valkenburg, hoogleraar Media, Jeugd en Samenleving aan de Universiteit van Amsterdam: “Dat valt allemaal best mee. Onderzoek laat zien dat de huidige generatie, die is opgegroeid met digitaal mediagebruik, over het algemeen baat heeft bij digitale media.”

Digitaal mediagebruik in thuissituatie
“Mijn onderzoek richt zich vooral op digitaal mediagebruik in de thuissituatie. Daaruit blijkt dat jongeren van nu intelligenter zijn en meer zelfvertrouwen hebben dan de generatie die niet is opgegroeid met een tablet of smartphone in de hand. Ook zijn ze een stuk zelfbewuster. Stuk voor stuk competenties die van pas komen op school.”
Valkenburg stelt dat jongeren door hun veelvuldige mediagebruik in de thuissituatie ook digitale geletterdheid ontwikkelen. “Het is een goede aanvulling op wat er op school van hen wordt verwacht.”
Begeleiding bij digitale media
Enige nuancering is daarbij wel op z’n plaats. “Hoewel een grote groep profijt heeft van digitaal mediagebruik, blijkt ook dat een kleine groep jongeren – zo’n 5 tot 10 procent – er minder baat bij heeft. Bijvoorbeeld kinderen die zichzelf minder goed onder controle hebben. Ze weten zich geen raad met de vrijheden van het internet of krijgen hierin minder begeleiding. Ze plaatsen bijvoorbeeld alles wat in hun opkomt op sociale media, waardoor klasgenootjes hen raar vinden. Of ze raken verslaafd aan sociale media.”
Wat zou Valkenburg onderwijsprofessionals aanraden voor deze groep jongeren? “Zelfregulering is hierbij het sleutelwoord. Jonge tieners hebben volwassenen nodig die hen dit bijbrengen. Natuurlijk hebben ouders hierin een belangrijke rol, maar ook docenten kunnen hier een steentje aan bijdragen. Stel duidelijke grenzen als je tijdens de les smartphones of tablets gebruikt en wees consistent.”
Cyberpesten
Als het gaat om de negatieve kanten van digitaal mediagebruik wordt cyberpesten vaak genoemd. “Onderzoek laat zien dat offline pesten nog altijd twee keer zo vaak voorkomt als cyberpesten. Daarnaast blijkt dat kinderen die offline worden gepest vaak ook in de online wereld met pestgedrag te maken hebben. Vaak van dezelfde pesters.”
Volgens Valkenburg heeft het weinig zin om interventies alleen te richten op cyberpesten. “Willen we pesten aanpakken, dan kan het beter gaan om pesten in z’n algemeenheid. Cyberpesten is maar een van de manieren van pesten. Breng het uiteraard wel ter sprake, maar vergeet niet dat offline pesten véél vaker gebeurt.”