Bart Ongering (35) is docent Engels op de Open Schoolgemeenschap Bijlmer in Amsterdam Zuidoost. Daarnaast is hij mentor van een examenklas en zorgmentor voor leerlingen met problemen. Maar hij is ook schrijver, met een column in de krant Trouw. Een verzameling columns is gebundeld in het boek ‘Meester Bart op zijn best‘. En dan heeft hij ook nog duizenden volgers op Twitter en Facebook.

Hoe krijgt u als leraar grip op leerlingen en hun digitale leefwereld?

"Het begint met je er bewust van zijn dat je leerlingen in een andere tijd opgroeien. Ze weten niet beter dan dat er internet is. Het is vanzelfsprekend voor ze. Ik ben 35 jaar. Wij kregen internet thuis in 1998. Voor ons is internet dus pas later in ons leven gekomen. Je hoeft leerlingen niet meer te leren hoe ze op internet gaan. Veel basisvaardigheden doen ze als vanzelf op. Je moet het meer met ze hebben over hoe je communiceert. Hoe stel je een goede e-mail op? Welke taal gebruik je? Welke boodschap wil je vertellen?

"Maar het is niet alleen internet. De leerlingen van nu zijn opgegroeid na de aanslagen op de Twin Towers 11 september 2001. Na de komst van de euro. Het is een andere generatie.

De leerlingen hebben me geleerd wat SnapChat is

"Zelf zit ik op Facebook en Twitter, maar de leerlingen hebben me geleerd wat SnapChat is en hoe dat werkt. Daar had ik ze hard bij nodig. Dat was wel een reality-check: ‘O ja, meester Bart wordt ook ouder.’ Haha. Als leraar mag je ook je zwakte laten zien."

Wat speelt er bij leerlingen op internet? Wat hoort u als mentor?

"Ik vraag aan het begin van het schooljaar wie actief is op sociale media, en natuurlijk steekt iedereen zijn vinger op. Dan zien ze dat ze dat met elkaar gemeen hebben. Het mooie aan mentor zijn is dat je een vertrouwensband met je leerlingen kunt opbouwen. In mijn mentorles zijn sociale media een vast item.

‘Meester Bart’ Ongering gaat in de Kennisnet-podcast in op leerlingen en de digitale omgeving. © Remco Pijpers

"Ik praat met leerlingen over hoe je met elkaar omgaat in een groeps-app. Dat doe ik niet door te zeggen wat normaal en niet normaal is. Ik stel ze vragen. Ik vraag: ‘Wat vinden jullie normaal en niet normaal?’ Ze weten dat donders goed. Door daar in een open sfeer over te praten, kom je heel ver. Het is goed dat kinderen van elkaar horen wat hun ervaringen zijn. Meestal zijn ze de groeps-app al begonnen in groep 8. Ze hebben een verleden met elkaar. Ze zijn vaak al heel veel ervaringen rijker. En door ze te laten praten, merken ze hoeveel overeenkomsten ze hebben met elkaar.

Kinderen hebben een dikkere huid dan we vaak denken.

"Als er problemen zijn, dan spelen die zich niet meer zozeer af in de pauze op het schoolplein, maar via sociale media, op smartphones. Er wordt geroddeld, of leerlingen zijn verliefd en er worden dingen gezegd die ze beter niet hadden kunnen zeggen. Maar wij volwassenen kunnen ons daar soms te druk over maken. Ja, tieners maken fouten. Ze hebben woorden via sociale media, maar heel snel daarna staan ze weer samen op het voetbalveld, alsof er niks aan de hand is. Kinderen hebben een dikkere huid dan we vaak denken."

Over de podcastserie ‘Onder pedagogen’

In de podcastserie ‘Onder pedagogen’ gaat Remco Pijpers in gesprek met mensen uit het onderwijs over de leerling in de digitale samenleving. Dat doet hij vanuit een pedagogisch perspectief. Elke aflevering staan hij en zijn gast stil bij het perspectief van een invloedrijke pedagoog of denker. Eerder sprak hij met:

Beluister de podcast en abonneer u via Apple Podcasts, Spotify of uw favoriete podcast-app op de Kennisnet-podcast.

‘Meester Bart’, Bart Ongering deelt in de Kennisnet-podcast zijn visie op de leerling in de digitale samenleving

Deel deze pagina: Bart Ongering over leerlingen en internet

Delen
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • E-mail