Meteen naar de content
  • Tips
  • |
  • Technologische innovatie
  • |
  • po
  • vo
  • mbo

Sociale robots in de klas: veel mogelijkheden, veel uitdagingen

Hoe kunnen sociale robots bijdragen aan het onderwijs en hoe kunnen we ze het beste inzetten? Waar zitten de uitdagingen? We spraken Koen Hindriks, hoogleraar sociale kunstmatige intelligentie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hij was een van de sprekers op het congres OnderwijsInzicht 2022 en ging daar in op deze vragen.

Logo Kennisnet

Door de redactie

26 augustus 2021
5 minuten lezen
Sociale robot

Hindriks werkt nu zo’n 15 jaar in de sociale robotica. Hij doet onderzoek en probeert sociale robots te verbeteren. Ook stond hij aan de wieg van het bedrijf Interactive Robotics, bedoeld om de sprong te maken van de laboratoriumsituatie naar de praktijk.

Hoe vaak wordt een sociale robot al ingezet in het onderwijs?

“We schatten dat er ongeveer 100 sociale robots zijn in het Nederlandse onderwijs. De manier waarop ze worden ingezet, dat verschilt enorm per school. In het voortgezet onderwijs en mbo is de robot soms al onderdeel van het curriculum bij de scholen die daar goed over hebben nagedacht. Maar veel scholen zien een sociale robot nog als experiment.

“Bij het primair onderwijs wordt de urgentie ook wel gevoeld: we moeten iets met technologie. Wat doen we bijvoorbeeld met programmeeronderwijs? Hier speelt mee dat er heel veel keus is. Je kunt een sociale robot inzetten bij programmeeronderwijs, maar er zijn ook nog andere manieren om dit vorm te geven. Dan is de vraag: waar kies je voor?”

Wat is een sociale robot?

Sociale robots zijn robots die interactie kunnen hebben met mensen. Ze zien eruit als mensen of hebben er eigenschappen van. Ze proberen zoveel mogelijk te handelen zoals mensen dat zouden doen: ze bewegen bijvoorbeeld in de ruimte en reageren op spraak of een gezichtsuitdrukking.

Lees meer over sociale robots

Hoe kunnen scholen sociale robots gebruiken?

Hindriks ziet grofweg twee manieren om sociale robots in te zetten op school. “Je kunt de robot gebruiken omdat je wilt dat leerlingen kennismaken met deze technologie. Ze krijgen er immers later in hun werk ook mee te maken. De zorgrobot wordt al gebruikt hier en daar. Dan wil je dat studenten van een zorgopleiding weten wat er wel en niet mogelijk is met zo’n sociale robot.

“Ik ben een groot voorstander van sociale robotica voor techniekonderwijs. Met de sociale robot kun je namelijk heel veel op school. Je kunt uitleg geven over de hardware en onder de motorkap kijken om te zien hoe zo’n robot in elkaar zit. De robot bevat tal van sensoren, daarmee wordt het heel concreet. Er zit ook een softwarematige kant aan. Door hem te programmeren en instructies te geven, kun je de robot iets laten doen. Dat kan onderdeel zijn van je lesprogramma.”

Een andere manier om een robot is te zetten is als hulpmiddel in de les. “Er zijn nu al sociale robots die kunnen helpen bij eenvoudige rekentaken. Ook kan een sociale robot Powerpoint-presentaties geven die een leerling heeft gemaakt. De robot geeft de presentatie, de leerling kan hierbij dan assisteren. Dat is een veel reflectievere en interactieve manier van presenteren.”

Gaat de sociale robot een leraar dan vervangen?

“Ik ben helemaal geen voorstander van de tegenstelling tussen de leraar en de robot. Ik ben juist een voorstander van meer leraren voor de klas. De eerste uitleg van de lesstof, bijvoorbeeld in die rekenles, zal altijd door de leraar moeten gebeuren. Een leraar kan ook veel beter dan een robot de inschatting maken waar een leerling staat in zijn of haar ontwikkeling.

“Waar je een sociale robot wél voor gebruikt is het oefenen en repeteren van de rekentaak. Een robot is eindeloos geduldig, een leraar op een gegeven moment niet meer. De leraar moet de aandacht ook verdelen over de klas; hier kan een sociale robot dus heel goed helpen.”

Wat zijn de uitdagingen op het gebied van sociale robots?

“De algemene uitdaging bij technologische innovaties is om ze goed in te bedden in je onderwijs. Dat geldt ook voor sociale robots. Er zijn al wel scholen waar ze een vast onderdeel zijn van de lessen, maar dat zijn nog uitzonderingen. Je kunt er heel veel mee, maar er is nog weinig kant-en-klaar lesmateriaal.

“De early adaptors hebben zelf lessen gemaakt, maar dat is nog op het niveau van de school. Die zijn niet voor iedereen te gebruiken. Content is king, zo luidt de uitspraak, en dat geldt ook zeker voor lessen met sociale robots. Zodra er meer content is, zijn de robots breder in te zetten. Een leraar moet daarbij niet zelf de rekenlessen van de robot hoeven maken, dus we hebben rekenmodules nodig. Die zijn er, maar die willen we verder ontwikkelen.

“Omdat nog veel scholen in een experimentele fase zitten, hangt het succes nog vaak af van een aantal enthousiaste docenten of een ict-coördinator die een project met sociale robots ondersteunt.

“Daarnaast zijn sociale robots zelf nog volop in ontwikkeling. Dat is positief, want iedere nieuwe ontwikkeling van artificial intelligence verbetert ook weer de sociale robot. We willen de interactie tussen de robot en de leerling rijker maken en een robot moet bijvoorbeeld hulpvragen kunnen stellen. De robots op school kunnen dat nog niet, maar de robot die ik nu in ons lab gebruik heeft al zo’n rijkere interactie. En spraaktechnologie wordt steeds beter, dat gaan we ook merken bij sociale robots.

“Wel is het in deze fase van de ontwikkeling belangrijk dat scholen de mogelijkheden en beperkingen kennen, voordat ze een sociale robot aanschaffen. Je kunt een robot gebruiken om leerlingen te leren programmeren. Maar als dat echt het enige is waarvoor je hem gebruikt, dan kan dat misschien ook via tablets of gamification. Dat is het aloude probleem met het investeren in technologie: gaan we het veel gebruiken of staat het straks te verstoffen op de school? Denk aan 3D-printers, dat was dé technologie om aan te schaffen, maar hoeveel scholen gebruiken het nu echt?

Tips van Koen Hindriks: denk hieraan als je overweegt een sociale robot te gebruiken op school

  • Bedenk eerst waarvoor je hem gaat inzetten. Er moet een duidelijk idee zijn.
  • We zitten in een leercurve met sociale robots. Iemand moet er tijd in investeren. Dus: wie in jouw school gaat ervoor zorgen dat het een succes wordt?
  • De basisinfrastructuur van digitalisering moet op orde zijn. De wifi moet goed werken, enzovoort. Als de school nog weinig ervaring heeft met digitale leermiddelen is hiervoor een extra investering nodig.

“Anderzijds: als érgens het gebruik van sociale robots goed kan werken, dan is het in een onderwijssituatie. Daarin hoeft namelijk nog niet alles perfect te zijn. Dit in tegenstelling tot een sociale robot die je in een winkel zou willen gebruiken. Daar is de barrière nog groter, want als een sociale robot daar niet op een natuurlijke manier reageert op een klant, dan is het snel klaar.”

De onderwerpen waarover wij publiceren